Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-09-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8829, 20/00937
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-09-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8829, 20/00937
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 21 september 2021
- Datum publicatie
- 1 oktober 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:8829
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2020:3339, Overig
- Zaaknummer
- 20/00937
Inhoudsindicatie
OB. Geheimhoudingskamer. Verzoek beperkte kennisneming.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 20/00937
uitspraakdatum: 21 september 2021
Beslissing van de vierde meervoudige belastingkamer (geheimhoudingskamer)
op het verzoek op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)
in het geding tussen de Inspecteur en
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank) van 25 september 2020, nummer LEE 19/3679, ECLI:NL:RBNNE:2020:3339.
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende organiseert diverse Grootkoorprojecten.
Belanghebbende heeft over het tijdvak september 2019 voor de omzetbelasting een aangifte ingediend volgens welke de verschuldigde belasting € 6.330 en de voorbelasting € 1.437 bedroeg. Belanghebbende heeft het volgens de aangifte per saldo te betalen bedrag van € 4.893 op 2 oktober 2019 voldaan.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen voldoening van omzetbelasting op aangifte, omdat naar de mening van belanghebbende op een gedeelte van de omzet het verlaagde tarief van toepassing is. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak op bezwaar door belanghebbende ingestelde beroep is door de Rechtbank bij uitspraak van 25 september 2020 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De Inspecteur heeft in zijn verweerschrift in hoger beroep van 19 april 2021 een verzoek ingediend, waarin hij voor bepaalde passages van het stuk “Tarief advies Kennisgroep Omzetbelasting Algemeen” van 7 december 2016 (hierna: het Tarief advies) het standpunt inneemt dat kennisneming daarvan is voorbehouden aan het Hof, als bedoeld in artikel 8:29, eerste lid, van de Awb. Daartoe heeft de Inspecteur geanonimiseerde en niet-geanonimiseerde versies overgelegd van het Tarief advies. Het Tarief advies betreft een advies van een landelijke kennisgroep van de Belastingdienst over het toe te passen btw-tarief op door belanghebbende verrichte prestaties.
In een afzonderlijke brief van 19 april 2021 motiveert de Inspecteur het onleesbaar maken van de diverse passages.
Op verzoek van het Hof van 23 april 2021 heeft belanghebbende in zijn brief van 19 mei 2021 op het verzoek van de Inspecteur (zie 1.6 en 1.7) gereageerd.
Bij brief van 31 mei 2021 heeft het Hof aan partijen medegedeeld het verzoek tot beperkte kennisneming afzonderlijk te behandelen.
Het onderzoek ter zitting heeft door middel van een beeldverbinding plaatsgevonden op 2 september 2021. Daarbij is verschenen en gehoord: drs. [naam1] namens de Inspecteur. Namens belanghebbende is verschenen mr. drs. [naam2] .
2 Overwegingen
Het Hof stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat het hierna te beoordelen Tarief advies een op de zaak betrekking hebbende stuk is zoals bedoeld in artikel 8:42 van de Awb. Het Hof beperkt zich tot de beslissing of beperking van de kennisneming van delen (passages) van dat stuk gerechtvaardigd is.
Op de voet van artikel 8:29, eerste lid, van de Awb kan de inspecteur, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, weigeren stukken, of gedeelten daarvan, over te leggen dan wel deze alleen aan de rechter ter kennis te brengen. Bij de toepassing van dit artikellid dient de grootst mogelijke terughoudendheid te worden betracht. Slechts indien de door de inspecteur voor geheimhouding of beperkte kennisneming aangevoerde redenen aanzienlijk zwaarder wegen dan het belang van belanghebbende bij onbeperkte kennisneming van (delen van) de op de zaak betrekking hebbende stukken, is sprake van gewichtige redenen die geheimhouding of beperkte kennisneming rechtvaardigen.
In de geschoonde versie van het Tarief advies zijn meerdere gegevens en/of passages geschoond. Deze gegevens en passages zijn aangeduid met de letter A of B.
Geschoonde gegevens aangeduid met letter A
De Inspecteur stelt zich met betrekking tot de geschoonde gegevens aangeduid met letter A op het standpunt dat beperkte kennisneming van het Tarief advies gerechtvaardigd is omdat de weggelakte gegevens zien op namen en contactgegevens van personen die werkzaam zijn binnen de Belastingdienst. De betreffende gegevens zijn weggelakt, omdat het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken collega's zwaarder weegt dan het belang dat eiseres heeft bij het verstrekken van deze gegevens.
In zijn reactie op het geheimhoudingsverzoek van 19 mei 2021 heeft belanghebbende aangegeven er geen bezwaar tegen te hebben dat de geschoonde gegevens, die door de inspecteur zijn aangeduid met letter A voor belanghebbende geheim blijven.
Gelet op het voorgaande zal het Hof daarom beslissen dat de door de Inspecteur in het Tarief advies aangebrachte beperking van de kennisneming, voor zover deze ziet op de gegevens aangeduid met letter A, gerechtvaardigd is.
Geschoonde gegevens aangeduid met letter B
Ter zitting van de geheimhoudingskamer van het Hof heeft de Inspecteur zich bereid verklaard – in dit bijzondere geval – alsnog tot openbaarmaking van de met letter B aangeduide passages te willen overgaan. Dit omdat grote delen daarvan reeds in de normaal leesbare stukken van het geding zijn terug te vinden. Hij heeft toegezegd aan belanghebbende en aan het Hof een minder geschoonde versie van het Tarief advies te verstrekken, waarin alleen de passages aangeduid met de letter A geheim worden gehouden.
Gelet op het voorgaande zal het Hof daarom beslissen dat alleen de door de Inspecteur aangebrachte beperking van de kennisneming (onleesbaar maken delen aangeduid met letter A) gerechtvaardigd is. Het Hof legt de met letter A aangeduide delen niet ten grondslag aan zijn beslissing.
3 Beslissing
Het Hof:
- bepaalt dat de door de Inspecteur aangebrachte beperking van de kennisneming in het Tarief advies, te weten het onleesbaar maken van de delen aangeduid met letter A, gerechtvaardigd is;
- stelt de Inspecteur in de gelegenheid binnen twee weken na dagtekening van deze beslissing de in het Tarief advies onleesbaar gemaakte delen aangeduid met de letter B, vrij te geven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.G.J.M. van Kempen, voorzitter van de geheimhoudingskamer, mr. T.H.J. Verhagen en mr. A.I. van Amsterdam, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Riethorst als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 september 2021.
De griffier, De voorzitter,
(J.H. Riethorst) (M.G.J.M. van Kempen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op: 21 september 2021.
Tegen tussenbeslissingen, zoals die bedoeld in artikel 8:29, derde lid, van de Awb, stelt de wet geen afzonderlijk, tussentijds beroep in cassatie open. Tegen dergelijke beslissingen kan ingevolge artikel 28, vijfde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen slechts worden opgekomen tegelijkertijd met het beroep in cassatie tegen de einduitspraak.