Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:938, 19/01738 en 19/01739

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:938, 19/01738 en 19/01739

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 februari 2021
Datum publicatie
12 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:938
Zaaknummer
19/01738 en 19/01739

Inhoudsindicatie

OB. Ontvankelijkheid bezwaar.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 19/01738 en 19/01739

uitspraakdatum: 2 februari 2021

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] V.O.F. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 3 december 2019, nummers AWB 19/1172 en AWB 19/1173 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Enschede (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

[A] (hierna: [A] ) heeft voor het eerste tot en met het vierde kwartaal 2013 en het eerste en tweede kwartaal 2014 omzetbelasting op aangifte voldaan.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren tegen de eigen aangiften niet-ontvankelijk verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 17 december 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

[A] is lid van de [B] ( [B] ). [A] voerde in de jaren 2013 en 2014 een praktijk voor acupunctuur, Chinese kruidengeneeskunde en fysiotherapie, op dat moment nog in de vorm van een eenmanszaak. Deze eenmanszaak is per 1 januari 2018 ingebracht in belanghebbende.

2.2.

In de jaren 2013 en 2014 was er daarnaast een fiscale eenheid omzetbelasting met de naam [C] BV en [D] (hierna: de fiscale eenheid). De fiscale eenheid bestond uit [D] B.V. en [C] B.V.

2.3.

[A] heeft op eigen naam zowel over 2013 als over 2014 steeds tijdig kwartaalaangiften omzetbelasting ingediend en de verschuldigde omzetbelasting voldaan.

2.4.

[A] heeft zich, onder vermelding van het fiscaalnummer van de fiscale eenheid, op 31 mei 2013 aangesloten bij een proefprocedure van de [B] over de medische vrijstelling in de Wet op de omzetbelasting 1968. In het kader van deze proefprocedure hebben de [B] en de Belastingdienst in augustus 2014 een vaststellingsovereenkomst (hierna: VSO) ondertekend. Deze VSO vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:

“ VASTSTELLINGSOVEREENKOMST aanhakers [B] Fysiotherapeuten

1. Partijen

1.1.

Aan de ene kant: de Nederlandse Vereniging voor Acupunctuur, de [B] , in deze gemachtigd en optredend namens de leden zoals vermeld in bijlage 1 bij deze vaststellingsovereenkomst

Hierna te noemen Partij A;

1.2.

Aan de andere kant: Belastingdienst, namens de inspecteur

Mw. [E]

Hierna te noemen Partij B;

1.3.

Partij A en Partij B gezamenlijk te noemen: de "Partijen".

(…)

-

Per 1 januari 2013 is artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de omzetbelasting 1968 gewijzigd. Op grond van de huidige wettekst is Partij B van mening dat het verrichten van diensten door acupuncturisten die tot het gebied van deskundigheid van dit beroep behoren niet van omzetbelasting is vrijgesteld.

-

Partij B voert met een andere partij (hierna: Partij X) een proefprocedure over de vraag of acupunctuurbehandelingen van btw zijn vrijgesteld. In deze proefprocedure zijn standpunten ingenomen zoals omschreven in onderdeel 4.1 en 4.2 van deze overeenkomst.

-

Partij A stelt dat de feitelijke situatie in de proefprocedure, zoals omschreven in onderdeel 4.4, representatief is voor haar situatie. Partijen wensen daarom de uitkomst van het geding in de proefprocedure van toepassing te laten zijn op het bezwaar van Partij A.

(…)

3.2.

Partij A heeft bezwaar aangetekend tegen een voldoening op aangifte, een naheffingsaanslag dan wel een teruggaafbeschikking waarbij de medische vrijstelling van omzetbelasting niet is toegepast.

(…)

4.9

Partijen komen overeen dat de uitkomst van de proefprocedure op het bezwaar van Partij A van toepassing zal zijn.

(…)

4.11

Voor de (betalingen op) aangifte(n) over tijdvakken die aanvangen na het tijdvak waarvoor Partij A een bezwaarschrift heeft ingediend tot uiterlijk het moment waarop de uitkomst van de procedure onherroepelijk vaststaat, geldt het volgende. Partij A hoeft voor de in geschil zijnde diensten geen bezwaar in te dienen voor de tijdvakken die eindigen na de datum van ondertekening van deze Vaststellingsovereenkomst. Vanaf de datum waarop de uitkomst van de procedure onherroepelijk vaststaat, gelden tussen Partijen weer de wettelijke regels met betrekking tot bezwaar en beroep. (…)

(…)

Bijlage 1

Volmacht proefprocedure inzake medische vrijstelling

Bedrijfsnaam Btw of BSN-nummer

(…)

De heer [A] (…)”

2.5.

De Hoge Raad heeft op 27 maart 2015 uitspraak gedaan in de proefprocedure. Uit dit arrest volgt dat de vrijstelling wel van toepassing is op de diensten van een acupuncturist.

2.6.

Met dagtekening 10 augustus 2018 heeft belanghebbende, onder vermelding van het fiscaal nummer van belanghebbende, verzocht om teruggaaf van omzetbelasting over de jaren 2013 tot en met 2015.

2.7.

De Inspecteur heeft deze verzoeken aangemerkt als bezwaarschrift tegen de voldoeningen op aangifte en heeft de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. De Inspecteur heeft de brief van 10 augustus 2018 tevens opgevat als een verzoek om ambtshalve teruggaaf, en heeft dit verzoek afgewezen.

2.8.

De Inspecteur heeft de verschuldigde omzetbelasting voor de tijdvakken die eindigen na de datum van ondertekening van de VSO op 20 augustus 2014, te weten het derde en vierde kwartaal van 2014, ambtshalve verminderd tot nihil.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de bezwaren tegen de voldoening op aangifte voor de kwartalen van 2013 en het eerste en tweede kwartaal 2014 terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. Niet is in geschil dat indien de bezwaren ontvankelijk zijn, de op aangifte betaalde bedragen aan belanghebbende dienen te worden teruggegeven.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing