Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-10-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:9552, 20/00575

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-10-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:9552, 20/00575

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
12 oktober 2021
Datum publicatie
22 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:9552
Zaaknummer
20/00575

Inhoudsindicatie

OB. Aftrek voorbelasting.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/00575

uitspraakdatum: 12 oktober 2021

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 6 maart 2020, nummer AWB 19/3448, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Enschede (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd van € 2.519 (hierna: naheffingsaanslag omzetbelasting 2013). Bij beschikkingen is belastingrente berekend van € 492 en is een verzuimboete opgelegd van € 251.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord: namens belanghebbende [naam1] bijgestaan door gemachtigde [naam2] en namens de Inspecteur mr. [naam3] en mr. [naam4] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 31 maart 2015 aangifte vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) 2013 gedaan. In die aangifte is onder de balanspost kortlopende schulden een bedrag van € 3.230 opgenomen als verschuldigde omzetbelasting.

2.2.

De Inspecteur heeft een verschil geconstateerd tussen de balansschuld omzetbelasting in de aangifte Vpb 2013 en de voldoening van omzetbelasting in 2013 op aangifte. De Inspecteur heeft bij brief van 12 oktober 2018 hierover vragen gesteld aan de voormalig adviseur van belanghebbende:

“U bent als ondernemer verplicht om ons te melden wanneer u te veel of te weinig omzetbelasting hebt aangegeven. De Belastingdienst controleert dit door te kijken of ondernemers de btwverschillen over voorgaande jaren hebben aangegeven. U ontvangt deze brief omdat ik bij de vergelijking van aangiften en betaalgegevens van uw onderneming een verschil heb geconstateerd waar ik geen verklaring voor heb kunnen vinden.

Vergelijken van gegevens

Ik heb de balanspositie van uw aangifte IH/VPB 2013 vergeleken met de ontvangen aangiften omzetbelasting en eventuele suppleties en aanslagen omzetbelasting. Het resultaat van deze vergelijking staat vermeld in onderstaand overzicht:

Overzicht berekening afdrachtverschil

Omzetbelastingnummer: [aanslagnummer]

2013

Voorgaand jaar

Eerdere jaren

Verschuldigde btw volgens de specificatie

van uw aangifte Inkomensheffing (IH) of

vennootschapsbelasting (VPB)

3.230

0

0

Bedrag van de aangifte omzetbelasting

over het 4e kwartaal / december van het

Boekjaar

711

Suppletie aangiften omzetbelasting

ontvangen na einde boekjaar.

0

0

0

Nog te betalen aanslagen omzetbelasting

of terug te ontvangen suppleties

omzetbelasting per einde boekjaar

0

-/-

0

-/-

0

-/-

Afdrachtverschil omzetbelasting

2.519

0

0

De bedragen in de tabel zijn afgeleid van bij mij bekende aangiften en betaalgegevens. Indien er onjuiste bedragen zijn opgenomen dan verzoek ik u dit in uw toelichting te melden.

Verzoek om informatie

Indien de schuld inmiddels is voldaan vraag ik u om aan te geven wanneer en op welke wijze dat is gebeurd. Zo niet, dan verzoek ik u de volgende informatie aan mij te verstrekken:

-

Hoe is de balansschuld ontstaan?

-

Een gedetailleerd overzicht van de totale balansschuld per jaar.”

2.3.

Op 17 oktober 2018 heeft de voormalig adviseur de vragen beantwoord:

“Onlangs ontvingen wij bijgaande brief van u. Het door u geconstateerde afdrachtverschil van €2.519 is juist en is ontstaan doordat de administratie van cliënt ten tijde van de kwartaal aangiften niet bijgewerkt was om een, na achteraf blijkt, volledige aangifte te kunnen doen.

(…)”

2.4.

Vervolgens is aan belanghebbende een naheffingsaanslag omzetbelasting 2013 opgelegd van € 2.519. Bij beschikkingen is belastingrente berekend van € 492 en is een verzuimboete opgelegd van € 251.

3 Geschil

In geschil is belanghebbende recht heeft op aftrek van voorbelasting van € 2.153.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing