Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-01-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:100, 18/00500 en 18/00501

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-01-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:100, 18/00500 en 18/00501

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
4 januari 2022
Datum publicatie
14 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:100
Formele relaties
Zaaknummer
18/00500 en 18/00501

Inhoudsindicatie

OB. Verhuur van appartement en parkeerplaats in hetzelfde complex aan dezelfde huurder vormt één economische prestatie.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummers 18/00500 en 18/00501

uitspraakdatum: 4 januari 2022

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

Stichting [belanghebbende] te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 26 april 2018, nummers LEE 16/2389 en LEE 16/2390, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn over de jaren 2011 en 2012 naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen de naheffingsaanslag 2011 gegrond verklaard, de naheffingsaanslag 2011 verminderd en de beschikking heffingsrente 2011 dienovereenkomstig verminderd.

1.3.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen de naheffingsaanslag 2012 en de daarbij behorende beschikking heffingsrente ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank NoordNederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Beide partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de wederpartij.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 november 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. B.J. Mulder, als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door drs. [naam1] , [naam2] en [naam3] , alsmede mr. [naam4] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [naam5] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Vanuit de samenwerking met een projectontwikkelaar heeft belanghebbende in de jaren 2009 tot en met 2011 in eigendom verkregen: 154 woonappartementen en 157 parkeerplaatsen in het appartementencomplex " [het complex1] " en 76 woonappartementen, 4 kadewoningen en 102 parkeerplaatsen in het appartementencomplex " [het complex2] ". De appartementencomplexen bevinden zich in de stad [plaats] . De woonappartementen bevinden zich op de hogere verdiepingen van de complexen; de parkeerplaatsen bevinden zich beneden in de complexen. Ten tijde van de eigendomsoverdracht had belanghebbende het voornemen zowel de woonappartementen als de parkeerplaatsen te verkopen. Voor de woonappartementen en parkeerplaatsen zijn afzonderlijke appartementsrechten gevestigd.

2.2.

Voor zover de verkoop van de woonappartementen en de parkeerplaatsen door belanghebbende niet wilde slagen, heeft zij deze te huur aangeboden. Met betrekking tot de parkeerplaatsen zijn drie verhuursituaties te onderscheiden, te weten verhuur van parkeerplaatsen aan:

a. huurders van woonappartementen in de appartementencomplexen;

b. eigenaren van woonappartementen in de appartementencomplexen; en

c. derden (geen eigenaar of huurder van woonappartementen in de appartementencomplexen);

(hierna achtereenvolgens ook: (a.) huurders, (b.) kopers en (c.) derden).

2.3.

In de overeenkomsten waarbij belanghebbende parkeerplaatsen aan huurders heeft verhuurd (zie 2.2.a), is onder meer bepaald dat de beëindiging van de huurovereenkomst van de parkeerplaats samenvalt met de beëindiging van de verhuur van het woonappartement:

"This rental agreement shall also terminate on the date on which the rental agreement pertaining to the home: [adres] in [plaats] is terminated."

2.4.

In de overeenkomsten waarbij belanghebbende parkeerplaatsen aan kopers (zie 2.2.b.) en derden (zie 2.2.c.) heeft verhuurd, is onder meer het volgende bepaald:

"In aanmerking nemende dat:

-

Verhuurster in het complex plaatselijk bekend als [naam complex] eigenaar is van appartementen en parkeerplaatsen;

-

Op het moment van tekenen van deze huurovereenkomst nog niet alle appartementen en parkeerplaatsen verkocht danwel verhuurd zijn;

-

De nog beschikbare appartementen inclusief een parkeerplaats verhuurd danwel verkocht zullen worden;

-

Huurder bij verhuurster heeft aangegeven tijdelijk een (extra) parkeerplaats te willen huren;

-

Verhuurster bij huurder heeft aangegeven hiermee akkoord te gaan onder de voorwaarde dat indien zich een koper of huurder meldt voor een appartement BEHORENDE BIJ DEZE PARKEERPLAATS, huurder van de parkeerplaats afstand doet van haar huurrechten;

-

Verhuurster en huurder ten aanzien van de huurbeëindiging een opzegtermijn van 2 maanden in acht nemen;

-

Huurder aan verhuurster verklaart zonder enig voorbehoud met bovenstaande akkoord te gaan."

3 Geschil

3.1.

Tussen partijen is uitsluitend nog in geschil of de verhuur aan huurders van de parkeerplaatsen als een afzonderlijke (belaste) dienst in aanmerking moet worden genomen (standpunt belanghebbende), dan wel of die verhuur zo nauw verband houdt met de verhuur van het woonappartement dat beide verhuren één enkele (vrijgestelde) economische handeling, en dus één dienst, vormen (standpunt Inspecteur).

4 Beoordeling van het geschil

4 Griffierecht en proceskosten

5 Beslissing