Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-02-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1076, 20/00774
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-02-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1076, 20/00774
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 15 februari 2022
- Datum publicatie
- 25 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2022:1076
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2020:2758, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 20/00774
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling woning.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 20/00774
uitspraakdatum: 15 februari 2022
Uitspraak van de achttiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank) van 10 juli 2020, nummer UTR 19/4856, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeent Hilversum (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres1] 6 te [woonplaats] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2018 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2019 vastgesteld op € 280.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2019 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de eerder vastgestelde waarde verminderd tot € 264.000, de opgelegde aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd en een proceskostenvergoeding toegekend van € 509,26.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het eerste onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 30 juni 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende A. Oosters en namens de heffingsambtenaar [naam1] , bijgestaan door [de taxateur] , taxateur. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en heeft de heffingsambtenaar in de gelegenheid gesteld informatie aan het Hof toe te sturen.
De heffingsambtenaar heeft daarvan op 30 augustus 2021 gebruik gemaakt.
Belanghebbende is in de gelegenheid gesteld daarop te reageren en heeft op 23 september 2021 van die gelegenheid gebruik gemaakt.
Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 februari 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende S. Hansen en namens de heffingsambtenaar [naam1] , bijgestaan door [de taxateur] , taxateur.
2 Vaststaande feiten
De woning is een in 1927 gebouwde rijwoning met een berging. De woning staat op een perceel van 98 m2.
3 Geschil
In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2018.