Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-03-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1670, 20/00985

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-03-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1670, 20/00985

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 maart 2022
Datum publicatie
11 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:1670
Formele relaties
Zaaknummer
20/00985

Inhoudsindicatie

Leges. Opbrengstlimiet.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/00985

uitspraakdatum: 1 maart 2022

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van belastingcentrum Tribuut (hierna: de heffingsambtenaar)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 september 2020, nummer AWB 19/1823, in het geding tussen de heffingsambtenaar en

[belanghebbende] B.V., te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft voor de aanvraag van een omgevingsvergunning, bij aanslag van 9 december 2018, leges in rekening gebracht.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de legesnota gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de heffingsambtenaar opgedragen om binnen drie maanden na verzending van de uitspraak opnieuw uitspraak op bezwaar te doen met inachtneming van de uitspraak.

1.4.

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 november 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord drs. R.A.M. van Woerden als gemachtigde van belanghebbende. Namens de heffingsambtenaar is verschenen mr. [naam1] . Van de zitting is een procesverbaal opgemaakt, dat aan partijen is toegezonden.

1.6.

Het Hof heeft het onderzoek op de zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het Hof de heffingsambtenaar verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of stukken in te zenden. De heffingsambtenaar heeft niet aan dit verzoek voldaan.

1.7.

Het Hof heeft vervolgens bepaald dat een nadere zitting achterwege kan blijven. Het Hof heeft partijen schriftelijk medegedeeld dat het onderzoek is gesloten.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Op 23 maart 2018 is door belanghebbende een omgevingsvergunning aangevraagd voor het vergroten van een kassencomplex op het perceel [adres] te [vestigingsplaats] . Deze aanvraag ziet op de activiteit ‘bouwen’ en de activiteit ‘gebruik van gronden en/of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan’. Op 27 november 2018 is de omgevingsvergunning verleend.

2.2.

Op 9 november 2017 heeft de gemeenteraad van de gemeente [gemeente] (hierna: de gemeente) de Verordening op de heffing en invordering van leges 2018 van de gemeente [gemeente] (hierna: de Legesverordening, versie 1) en de bijbehorende tarieventabel vastgesteld.

2.3.

In de Meerjarenprogrammabegroting 2018 van de gemeente is de kostendekkendheid van de volgende – in de Legesverordening, versie 1 geregelde – onderdelen als volgt geraamd:

dekking

Totale kosten

Opbrengst

Marktgelden

75%

415.538

309.622

Leges burgerzaken

98%

2.974.931

2.917.392

Leges Publiek Domein

52%

446.852

231.356

Leges omgevingsvergunning, activiteit bouwen

100%

4.338.323

4.338.323

2.4.

In de Tussentijdse rapportage 2018 van de gemeente is het volgende opgenomen:

“De economie blijft aantrekken en dit veroorzaakt een toename van het aantal vergunningaanvragen. We verwachten een extra opbrengst aan leges voor de omgevingsvergunning bouwen van minimaal € 1,0 miljoen. Dit betreft zowel woningbouwprojecten als bedrijven. Zoals bij de lasten aangegeven stijgen de kosten slechts beperkt. Dit omdat de grotere en duurdere projecten die nu gerealiseerd worden meer dan kostendekkend zijn. In de legesheffing is sprake van kruisfinanciering: kleine projecten zijn niet kostendekkend, grote projecten zijn ruim kostendekkend. Bij de legesinkomsten rond de € 5,0 miljoen ligt een omslagpunt bij de huidige tariefstelling: tegenover inkomsten daarboven staan naar verhouding weinig extra kosten. Om de extra leges inkomsten te beperken, is een college- en raadsvoorstel in voorbereiding met scenario's om de legesinkomsten op korte termijn te verlagen.”

2.5.

De gemeenteraad heeft vervolgens besloten om de Legesverordening, versie 1 met terugwerkende kracht te wijzigen. De gemeenteraad heeft daartoe op 12 juli 2018 de Legesverordening 2018, eerste wijziging, en de Tarieventabel Leges 2018, eerste wijziging (hierna: tarieventabel) vastgesteld. In de tarieventabel is het legestarief voor de activiteit ‘bouwen’, op onderdelen, verlaagd. De Legesverordening 2018, eerste wijziging, (hierna: de nieuwe Legesverordening 2018) is op 10 september 2018 gepubliceerd in het gemeenteblad.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of, voor wat betreft de nieuwe Legesverordening 2018 met bijbehorende tarieventabel, de opbrengstlimiet uit artikel 229b van de Gemeentewet is overschreden. De heffingsambtenaar bepleit dat de opbrengstlimiet niet is overschreden en dat de Rechtbank de zaak ten onrechte naar hem heeft teruggewezen. Belanghebbende is van mening dat de uitspraak van de Rechtbank juist is.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing