Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-03-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1756, 21/00238

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-03-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1756, 21/00238

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
8 maart 2022
Datum publicatie
18 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:1756
Zaaknummer
21/00238

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Specifieke zorgkosten. Verzuimboete.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 21/00238

uitspraakdatum: 8 maart 2022

Uitspraak van de derde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 6 januari 2021, nummer 20/3859, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 11.619. Bij beschikkingen is een bedrag van € 89 aan belastingrente berekend en is een verzuimboete van € 369 opgelegd vanwege het niet tijdig doen van aangifte.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 februari 2022. Partijen zijn daar na telefonische kennisgeving aan het Hof niet verschenen.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is geboren [in] 1934.

2.2.

De Inspecteur heeft belanghebbende bij brief van 28 februari 2018 uitgenodigd tot het doen van aangifte IB/PVV 2017, in te dienen uiterlijk voor 1 mei 2018.

2.3.

Op verzoek van belanghebbende is uitstel verleend voor het doen van haar aangifte tot 1 september 2018.

2.4.

De Inspecteur heeft bij brief van 21 september 2018 aan belanghebbende een herinnering tot het doen van aangifte gestuurd.

2.5.

De Inspecteur heeft met dagtekening 30 oktober 2018 een aanmaning aan belanghebbende verzonden. De Inspecteur heeft hierin vermeld dat de aangifte IB/PVV 2017 uiterlijk 13 november 2018 moet zijn ingediend. Ook is in deze aanmaning vermeld dat een boete van minimaal € 369 kan worden opgelegd als de aangifte niet tijdig is ingediend.

2.6.

Op 21 november 2018 heeft belanghebbende aangifte gedaan naar een verzamelinkomen van € 15.843. Dit bestaat uit inkomsten uit vroegere arbeid van € 18.391 en een persoonsgebonden aftrek van € 2.548 voor uitgaven voor specifieke zorgkosten.

2.7.

Met dagtekening 22 oktober 2019 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2017 opgelegd. Het verzamelinkomen, tevens belastbaar inkomen uit werk en woning, is daarbij vastgesteld op € 11.619. Ook is een verzuimboete opgelegd van € 369 en belastingrente berekend van € 89.

3 Geschil

In geschil is of de Inspecteur terecht de door belanghebbende in aanmerking genomen aftrek van zorgkosten heeft geweigerd en of hij de verzuimboete terecht en tot het juiste bedrag heeft opgelegd. Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend, de Inspecteur bevestigend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing