Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-06-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4695, 21/00582

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-06-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4695, 21/00582

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 juni 2022
Datum publicatie
17 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:4695
Zaaknummer
21/00582

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 21/00582

uitspraakdatum: 7 juni 2022

Uitspraak van de tweede enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende),

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 30 maart 2021, nummer UTR 20/300, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van het object [adres1] 06 2 in [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) per waardepeildatum 1 januari 2018 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 218.000. Daarbij is tevens een aanslag in de Onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) Eigenaar vastgesteld van € 379.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 april 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord A. Oosters als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [de taxateur1] , taxateur.

2 Vaststaande feiten

2.1.

De onroerende zaak is een in 1978 gebouwde, geschakelde woning met een woonoppervlakte van 118 m2, een inpandige berging van 12 m2, een carport van 13 m2 en een kavel van 291 m2 . De woning is aan één zijde vrijstaand en aan de andere zijde door middel van de berging verbonden met de naastgelegen woning. De woning is gelegen in [de wijk] in [woonplaats] . Naast [adres1] maken de buurten [buurt1] , [buurt2] en [buurt3] deel uit van deze wijk.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak.

3.2.

In hoger beroep bepleit belanghebbende een waarde van € 179.000. Verder verzoekt belanghebbende om vergoeding van immateriële schade als gevolg van de te lange duur van de procedure in eerste aanleg.

3.3.

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

6 Beslissing