Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-06-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4703, 21/01022
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-06-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4703, 21/01022
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 7 juni 2022
- Datum publicatie
- 17 juni 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2022:4703
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2021:3089, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/01022
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling woning.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 21/01022
uitspraakdatum: 7 juni 2022
Uitspraak van de tweede enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende),
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 1 juli 2021, nummer UTR 20/4045, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van het object [adres1] 99 te [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) per waardepeildatum 1 januari 2019 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2020 vastgesteld op € 603.000. Daarbij is tevens een aanslag in de Onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) Eigenaar vastgesteld van € 492,04.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 april 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord A. Oosters als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [de taxateur] , taxateur.
2 Vaststaande feiten
De onroerende zaak is een in 1962 gebouwde, geschakelde woning met een inhoud van 442 m3, een inpandige garage en een kelder en een kavel van 442 m2. De woning is aan één zijde vrijstaand en aan de andere zijde door middel van de garage en de daarop gelegen verdieping volledig verbonden met de naastgelegen woning.
3 Geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaak.
In hoger beroep bepleit belanghebbende een waarde van € 559.000.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.