Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-07-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:5905, 21/00585
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-07-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:5905, 21/00585
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 12 juli 2022
- Datum publicatie
- 22 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2022:5905
- Zaaknummer
- 21/00585
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling woning.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer BK-ARN 21/00585
uitspraakdatum: 12 juli 2022
Uitspraak van de negentiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 26 maart 2021, nummer UTR 20/1921, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Blaricum (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres1] 16 te [woonplaats] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2019 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2020 vastgesteld op € 1.960.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2020 (OZB) vastgesteld.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de bij beschikking vastgestelde waarde ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juni 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord J.K. Zuur, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] en [naam2] namens de heffingsambtenaar.
2 Vaststaande feiten
De woning betreft een vrijstaande rietgedekte woning, met drie dakkapellen, een kelder, een een vrijstaande garage. De woning heeft een inhoud van 1.185 m3 en is gelegen op een perceel van 1.527 m2.
3 Geschil
In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2019 te hoog heeft vastgesteld. Verder is in geschil of de taxatie onafhankelijk tot stand is gekomen. Belanghebbende beantwoordt de eerste vraag bevestigend en de tweede vraag ontkennend, bepleit een waarde van € 1.810.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. De heffingsambtenaar neemt tegengestelde standpunten in en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.