Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-02-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:711, 21/00001

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-02-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:711, 21/00001

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 februari 2022
Datum publicatie
11 februari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:711
Zaaknummer
21/00001

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 21/00001

uitspraakdatum: 1 februari 2022

Uitspraak van de derde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 20 november 2020, nummer Awb 20/137, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Dinkelland (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de WOZ-waarde van de onroerende zaak [adres1] 6 te [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) voor het kalenderjaar 2019, naar waardepeildatum 1 januari 2018, vastgesteld op € 310.000.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 november 2019 de vastgestelde waarde gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank).

1.4.

De Rechtbank heeft bij uitspraak van 20 november 2020 het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft op 24 december 2020 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.

1.6.

De heffingsambtenaar heeft op 15 juni 2021 een verweerschrift bij het Hof ingediend.

1.7.

Belanghebbende heeft op 16 april 2021, 27 september 2021 en 29 november 2021 nadere stukken ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 januari 2022. Belanghebbende is met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. Namens de heffingsambtenaar is verschenen taxateur [de taxateur] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Het betreft een omstreeks 1900 gebouwde en in 1960 gerenoveerde vrijstaande boerderij met deel en diverse bijgebouwen. De woning heeft een inhoud van 551 m3. De perceeloppervlakte bedraagt 7170 m².

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de heffingsambtenaar ontkennend.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de heffingsambtenaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing