Home

Gerechtshof Arnhem, 17-04-2001, AB1621, 98-00153

Gerechtshof Arnhem, 17-04-2001, AB1621, 98-00153

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
17 april 2001
Datum publicatie
4 juli 2001
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2001:AB1621
Zaaknummer
98-00153

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

he

Gerechtshof Arnhem

eerste enkelvoudige belastingkamer

nummer 98/00153

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : X

woonplaats : Z

ambtenaar : het Hoofd van de sector Financieel Beleid en Beheer van de gemeente Epe

aangevallen beslissing : uitspraak van 25 november 1997 op bezwaar

soort belasting : afvalstoffenheffing

jaar : 1997

mondelinge behandeling : op 3 april 2001 te Arnhem door mr M.C.M. de Kroon, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr J.L.M. Egberts als griffier

waarbij verschenen : belanghebbende en de gemachtigde van de ambtenaar

Gronden:

1. Aan belanghebbende is voor het jaar 1997 een aanslag afvalstoffen opgelegd ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel waarvoor de gemeente de verplichting heeft tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

2. Belanghebbende bewoont met haar dochter en schoonzoon samen een woning aan de a-weg 1 te Z. Zij beschikt op de begane grond over een eetkamer, keuken, douche en toilet met een eigen opgang naar de tweede etage waarop zich haar slaapkamer bevindt. De slaapkamer en de opgang zijn beide afsluitbaar.

Belanghebbendes dochter en schoonzoon hebben in 1997 eveneens een aanslag afvalstoffen ontvangen.

3. Blijkens de door de ambtenaar ter zitting overgelegde bouwtekening van het perceel staat een wooneenheid specifiek ter beschikking aan de getrouwde dochter van belanghebbende en haar echtgenoot en staat de onder 1 genoemde wooneenheid specifiek ter beschikking van belanghebbende.

4. Onder die omstandigheden heeft de gemeente de wooneenheid die belanghebbende specifiek ter beschikking staat terecht aangemerkt als een afzonderlijk perceel dat blijkens indeling en inrichting bestemd is voor het voeren van een particuliere huishouding, waarin geregeld afvalstoffen kunnen ontstaan, als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en artikel 3 van de Verordening reinigingsheffingen 1996.

5. Daaraan doen niet af de stellingen van belanghebbende dat:

a. Er slechts sprake is van één woning met één huisnummer;

b. de gemeente een eerdere aanvraag voor verbouwing tot dubbele woning niet heeft ingewilligd;

c. de gemeente geen afzonderlijke set containers ter beschikking stelt;

d. de warme maaltijden gezamenlijk worden gebruikt;

e. diverse voorzieningen zoals wasmachine en centrifuge gezamenlijk worden gebruikt;

f. zij gelet op haar leeftijd en gesteldheid de nodige aandacht en verzorging behoeft;

g. alle vertrekken (thans) vrijelijk toegankelijk zijn.

6. Belanghebbendes stelling dat in soortgelijke situaties het opleggen van een aanslag afvalstoffenheffing achterwege is gebleven kan haar niet baten aangezien zij deze stelling niet met concrete gegevens onderbouwt.

Proceskosten

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.

Beslissing:

Het gerechtshof verklaart belanghebbende niet ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2001 door mw mr De Kroon, raadsheer, lid van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Egberts als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, Het lid van de voormelde kamer,

(J.L.M. Egberts) (M.C.M. de Kroon

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 24 april 2001

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.