Home

Gerechtshof Arnhem, 22-03-2002, AE3597, 00-01054

Gerechtshof Arnhem, 22-03-2002, AE3597, 00-01054

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
22 maart 2002
Datum publicatie
10 juni 2002
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2002:AE3597
Zaaknummer
00-01054

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

derde enkelvoudige belastingkamer

nummer 00/01054

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

verweerder : de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen [P]

aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar

betreft : naheffingsaanslag omzetbelasting

tijdvak : 1 januari 1996 tot en met 31 december 1996

nummer : [01.F.01.6501]

mondelinge behandeling : op 8 maart 2002 te Arnhem

waarbij verschenen : belanghebbende en [de Inspecteur]

gronden:

1. Belanghebbende dreef in 1996 een onderneming waarvan de bedrijfsactiviteiten bestonden uit het uitvoeren van installatiewerkzaamheden op het gebied van elektra en kon in verband hiermee als ondernemer aangemerkt worden in de zin van artikel 7, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet).

2. In datzelfde jaar volgde belanghebbende een TM Sidhi cursus, voor welke dienst aan hem een bedrag van ƒ 1.647 aan omzetbelasting in rekening is gebracht. Voormeld bedrag heeft belanghebbende op grond van het bepaalde in artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet, op aangifte in aftrek gebracht.

3. Op 5 mei 1998 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd, waarbij ƒ 1.647 aan omzetbelasting is nageheven, welk bedrag nog is verhoogd met ƒ 63 aan heffingsrente.

4. Ter zitting heeft belanghebbende verklaard dat de door hem gevolgde cursus een verdieping is van de cursus Transcedente Meditatie. Over de doelstelling van de TM Sidhi cursus vermeldt belanghebbende in zijn bezwaarschrift onder andere het volgende:

' het TM-sidhiprogramma is een heel, heel waardevol programma voor succes in het leven. En succes in ons leven hangt af van ons denken ….' Ter zitting heeft belanghebbende hieraan nog toegevoegd dat deze cursus je leert een ervaring te ervaren en dat dit allereerst een persoonlijk iets is.

5. Gelet op het vorenstaande en de in de overige tot het geding behorende stukken opgenomen doelstelling en omschrijving van de cursus, kan deze niet worden beschouwd als een opleiding of studie voor enig beroep, maar wordt geheel in het algemeen een duurzame verbetering van de persoonlijke uitrusting beoogd waarvan de cursist, indien de opzet slaagt, ook buiten het door hem beoefende bedrijf of beroep profijt heeft. Op grond van het vorenstaande is het Hof van oordeel dat belanghebbende de cursus niet in het kader van zijn onderneming heeft gevolgd, zodat de aan hem in rekening gebrachte omzetbelasting niet voor aftrek in aanmerking komt.

6. Ter zitting heeft belanghebbende nog gesteld dat hij heeft overwogen leraar Transcedente Meditatie te worden. Het is echter bij een voornemen gebleven, terwijl uit de door belanghebbende aangegeven argumenten volgt dat hij deze cursus niet in de eerste plaats met het oog op deze eventuele beroepsuitoefening heeft gevolgd. Nu geen sprake is van voorbereidende ondernemingshandelingen kan de hiervoor weergegeven stelling van belanghebbende er niet toe leiden dat de omzetbelasting die aan hem in rekening is gebracht in verband met de door hem gevolgde TM Sidhi cursus voor aftrek in aanmerking komt.

7. Tegen de in rekening gebrachte heffingsrente zijn door belanghebbende geen afzonderlijke grieven aangevoerd.

slotsom:

Het beroep is niet gegrond.

proceskosten:

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

beslissing:

Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de Inspecteur.

Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2002 door mr. N.E. Haas, lid van de derde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. M.C.G.J. van Well als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal, welk proces-verbaal, wegens verhindering van het lid van voormelde kamer, uitsluitend door de griffier is ondertekend.

De griffier,

(M.C.G.J. van Well)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 4 april 2002

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.