Home

Gerechtshof Arnhem, 14-08-2002, AE8323, 01-02281

Gerechtshof Arnhem, 14-08-2002, AE8323, 01-02281

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
14 augustus 2002
Datum publicatie
3 oktober 2002
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2002:AE8323
Zaaknummer
01-02281

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

vierde enkelvoudige belastingkamer

nummer 01/02281

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

ambtenaar : Inspecteur van de Belastingdienst/Grote onder-nemingen [P]/Team Energiepremies

aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 4 september 2001 op bezwaar

betreft : beschikking energiepremie

beschikkingnummer : [01]

mondelinge behandeling : op 31 juli 2002 te Arnhem

waarbij verschenen : belanghebbende, alsmede [de Inspecteur]

gronden:

1. Op 10 november 2000 heeft een medewerker van [A] BV de woning van belanghebbende opgenomen teneinde een betrouwbaar beeld te krijgen van de bestaande situatie en aanbevelingen te doen voor het verminderen van het energiegebruik. Die medewerker heeft alle benodigde gegevens er plekke ingevoerd in een computer.

2. Nadat de uitkomsten van het onder 1 bedoelde onderzoek mondeling c.q. telefonisch aan belanghebbende waren medegedeeld, heeft belanghebbende opdracht gegeven een zogenaamd EnergiePrestieAdvies (EPA) aan hem uit te brengen en overeenkomstig het mondeling c.q. telefonisch verstrekte advies spouwmuurisolatie aan te brengen. De opdrachtbevestiging is op 12 november 2000 door belanghebbende ondertekend.

3. De isolatiewerkzaamheden zijn uitgevoerd op 14 en 15 december 2000.

4. Belanghebbende heeft in december 2000 telefonisch bij [A] BV aangedrongen het aangevraagde EPA schriftelijk uit te brengen. Hem werd medegedeeld dat door grote drukte vertraging bij de afwerking was ontstaan. Pas op 29 januari 2001 is het EPA-rapport ondertekend en aan belanghebbende opgestuurd (20 pagina's plus een samenvatting van één pagina). In het rapport zelf is onder meer vermeld:

Energiepresatieadvies ………uitgebracht met behulp van de Basismethode EPA

versie 1.0 op 10-11-2000.

5. Op grond van het vorenstaande is het Hof van oordeel dat het EPA in eigenlijke zin pas op 29 januari 2001 is tot stand gekomen. Het mondeling c.q. telefonisch aan belanghebbende uitgebrachte advies voldoet niet aan de vereisten die in de geldende regelingen aan een EPA worden gesteld. Van belang is in dit verband in het bijzonder de Regeling EnergiePrestatieAdvies, bijlage 1, programma van eisen, ad 4. Hieruit blijkt onder meer dat het advies schriftelijk moet worden uitgebracht, een groot aantal gegevens dient te bevatten en door de adviseur dient te worden ondertekend.

6. Gezien de geldende regelingen (alle in dit proces-verbaal genoemde regelingen behoren in kopie bij de gedingstukken) kan voor een EPA uitsluitend een energiepremie worden verleend en wordt een verhoging met 25% van een energiepremie uitsluitend toegepast, indien er uit het EPA tenminste één voorziening die op de energiepremie-lijst staat wordt toegepast c.q. de bewuste maatregelen op basis van dat EPA zijn getroffen. Dit vloeit voort uit artikel 36 a, eerste lid, aanhef en onderdeel j, van de Wet belastingen op milieugrondslag in verbinding met artikel I, onderdelen B en C, van de Uitvoeringsregeling energiepremies, en de bij die regeling behorende bijlagen I en II, in welke bijlagen een en ander met zoveel woorden wordt gezegd (vergelijk bijlage I, onder 2021, en bijlage II, in voetnoot 2 bij nummer 2021).

7.1. Ook in de toelichting bij de onder 6 bedoelde uitvoeringsregeling staat onder meer:

De energiepremie t.b.v. het EPA wordt derhalve alleen verstrekt

indien het advies feitelijk tot energiebesparende maatregelen leidt.

7.2. Een ander wordt herhaald in de Toelichting (punt 3. Betekenis van het EnergiePrestatieAdvies) bij de Regeling EnergiePrestatieAdvies.

8. Op grond van het vorenstaande is het Hof van oordeel dat een wezenlijk kenmerk van een EPA als hierboven bedoeld, is dat het tot stand komt vóórdat opdracht wordt gegeven tot het uitvoeren van de daarin geadviseerde maatregelen.

9. Belanghebbende kon aan het door hem overgelegde foldermateriaal niet een in rechte bescherming verdienend vertrouwen ontlenen dat de in geschil zijnde premies ook zouden worden toegekend indien het EPA ná het treffen van de maatregelen zou worden uitgebracht.

10. Het beroep van belanghebbende is niet gegrond.

proceskosten:

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

beslissing:

Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak waarvan beroep.

Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2002 door mr. Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Vermeulen-Post als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, Het lid van de voormelde kamer,

(I.B. Vermeulen-Post) (T.J. Matthijssen)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 21 augustus 2002

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.