Home

Gerechtshof Arnhem, 12-09-2002, AE8895, 01-02072

Gerechtshof Arnhem, 12-09-2002, AE8895, 01-02072

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
12 september 2002
Datum publicatie
21 oktober 2002
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2002:AE8895
Zaaknummer
01-02072

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

Zesde enkelvoudige belastingkamer

nummer 01/2072

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

ambtenaar : hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen te Apeldoorn

aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift

soort belasting : Onroerende-zaakbelasting

jaar : 2001

mondelinge behandeling : op 29 augustus 2002 te Arnhem door mr. Lamens, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr. Nuboer als griffier

waarbij verschenen : belanghebbende, alsmede [de Ambtenaar]

gronden:

1.1. Aan belanghebbende zijn, op één aanslagbiljet verenigd, onder meer twee aanslagen onroerende-zaakbelastingen opgelegd voor de onroerende zaak [a-weg 1 te Z] (gebruiker en eigenaar). De dagtekening van de aanslagen is 28 februari 2001, vermeldt wordt dat het om niet-woningen gaat en dat de waarde ƒ 527.000 bedraagt.

De aanslagen zijn na bezwaar van belanghebbende gehandhaafd.

1.2. In het verweerschrift heeft de Ambtenaar medegedeeld dat bij nadere bestudering van de waardeopbouw gebleken is dat de delen die tezamen het woongedeelte van het object vormen 72% van de totale waarde uitmaken, waardoor voor de heffing van onroerende-zaakbelasting "wel degelijk" sprake is van een woning.

1.3. De aanduiding niet-woning in combinatie met het daarvoor geldende aanzienlijk hogere tarief is een zodanig essentieel kenmerk van een aanslag dat de onjuistheid daarvan tot vernietiging van de aanslag moet leiden. De Ambtenaar heeft bij "kennisgeving van herberekening/vermindering aanslag gemeentebelastingen" van 31 maart 2002 met convertering in euro's de bestreden aanslagen vernietigd.

1.4. Het beroep is gegrond, aangezien eerst na indiening van het beroepschrift op voor belanghebbende controleerbare wijze is tegemoetgekomen aan zijn bezwaren. Het Hof merkt nog op dat de wijze waarop belanghebbende, een leek op dit gebied, in deze procedure tot nog toe is behandeld zodanig afkeurenswaardig is dat het de Ambtenaar zou passen om in de richting van belanghebbende een betekenisvol gebaar te maken.

proceskosten:

Belanghebbendes proceskosten zijn, in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht, te berekenen op een bedrag van € 40 aan reiskosten en € 50 aan verletkosten.

beslissing:

Het Gerechtshof

- vernietigt de bestreden uitspraak,

- vernietigt de bestreden aanslagen,

- gelast dat de Ambtenaar aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht ten bedrage van € 27,23 en

- veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 90 te vergoeden door de gemeente Apeldoorn.

Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2002 door mr. Lamens, raadsheer, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Nuboer als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, Het lid van de voormelde kamer,

(M.M. Nuboer) (J. Lamens)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 12 september 2002

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.