Home

Gerechtshof Arnhem, 17-12-2002, AF3879, 00-02255

Gerechtshof Arnhem, 17-12-2002, AF3879, 00-02255

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
17 december 2002
Datum publicatie
5 februari 2003
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2002:AF3879
Zaaknummer
00-02255

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

vierde enkelvoudige belastingkamer

nummer 00/02255 (inkomstenbelasting)

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

ambtenaar : Inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren [P]

aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 6 november 2000 op bezwaar

aanslagnummer : [01.H96]

soort belasting : inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen

jaar : 1999

mondelinge behandeling : op 11 december 2002 te Arnhem door mr. Matthijssen, raadsheer, in tegenwoordigheid van mw. Vermeulen-Post als griffier

waarbij verschenen : belanghebbende en [zijn gemachtigde, alsmede de Inspecteur]

gronden:

1. Belanghebbende, geboren 20 december 1927, vervulde in 1999 als gepensioneerd werknemer onbezoldigde bestuursfuncties bij een vakbondsorganisatie en verrichtte daarnaast andere onbezoldigde werkzaamheden ten behoeve van die organisatie, zoals het invullen van belastingformulieren ten behoeve van leden en het coördineren van dat invullen.

2. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 12 juli 1995, nr. 30266, BNB 1995/294, komen de kosten van vrijwilligerswerkzaamheden die belanghebbende als bestuurslid of als vertegenwoordiger van de vakorganisatie heeft verricht, voor aftrek in aanmerking.

3. Belanghebbende toont overtuigend aan dat hij de onder 1 bedoelde andere werkzaamheden alle heeft verricht in zijn hoedanigheid van bestuurslid c.q. vertegenwoordiger van de vakorganisatie. Het Hof acht in het bijzonder belanghebbendes stelling aannemelijk dat de vakorganisatie de werkzaamheden als belastinginvuller in verband met de daaraan verbonden verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid uitsluitend laat verrichten door daartoe opgeleide leden die, ook als zij binnen de organisatie geen andere functies vervullen, als (onbezoldigd) kaderlid worden beschouwd. Dergelijke functionarissen zijn vertegenwoordiger van de vakorganisatie in vorenbedoelde zin.

4.1. Voor het geval de belastingrechter tot vorenstaand oordeel zou komen hebben partijen ter zitting overeenstemming bereikt over het bedrag van de aftrekbare kosten behoudens de telefoonkosten.

4.2. Belanghebbende toont met de ter zitting gegeven toelichting niet overtuigend aan dat hij in 1999 tot het door hem gestelde bedrag voor zijn werkzaamheden (variabele) telefoonkosten heeft gemaakt. Naar het oordeel van het Hof is niet meer dan ƒ 250,- aan variabele telefoonkosten overtuigend aangetoond. Correctie derhalve ƒ 623,- - ƒ 250,- ofwel ƒ 373,-.

5. Gelet op het vorenstaande dient het belastbaar inkomen nader te worden berekend op ƒ 13.561,- (aangifte) + ƒ 373,- ofwel op ƒ 13.934,-.

6. Het beroep van belanghebbende is ten dele gegrond.

proceskosten:

Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten fiscale procedures te berekenen op 2 × € 322,- + € 12,- (reiskosten), derhalve in totaal € 656,-.

beslissing:

Het Gerechtshof

- vernietigt de uitspraak waarvan beroep;

- vermindert de aanslag tot één berekend naar een belastbaar inkomen van € 6.322,97 (ƒ 13.934,-);

- gelast de Inspecteur aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht van € 27,23 (ƒ 60,-) te vergoeden;

- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 656,-;

- wijst de Staat aan als de in artikel 8:74, eerste lid, en artikel 8:75, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde rechtspersoon die het griffierecht en de proceskosten dient te vergoeden.

Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2002 door mr. Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mw. Vermeulen-Post als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, Het lid van de voormelde kamer,

(I.B. Vermeulen-Post) (T.J. Matthijssen)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 20 december 2002

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.