Home

Gerechtshof Arnhem, 22-01-2003, AF4584, 01-02877

Gerechtshof Arnhem, 22-01-2003, AF4584, 01-02877

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
22 januari 2003
Datum publicatie
18 februari 2003
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2003:AF4584
Zaaknummer
01-02877

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

vierde enkelvoudige belastingkamer

nummer 01/02877 (inkomstenbelasting)

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

ambtenaar : Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen [P]

aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 26 oktober 2001 op bezwaar

aanslagnummer : [01.H96]

soort belasting : inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen

jaar : 1999

mondelinge behandeling : op 18 september 2002 en 8 januari 2003 te Arnhem door mr. Matthijssen, raadsheer, in tegenwoordig-heid van mw. Vermeulen-Post als griffier

waarbij verschenen : [de Inspecteur]

waarbij niet verschenen : belanghebbende hoewel overeenkomstig de wet opgeroepen

gronden:

1. Belanghebbende, van beroep hovenier, heeft in 1999 voor verschillende uitzendbureaus gewerkt. In dat jaar genoot hij als loon uit dienstbetrekking ƒ 42.242,-.

2. Belanghebbende heeft in 1999 tevens getracht een handel in perziktakjes op gang te brengen. Hij is daartoe in 1999 één keer naar Griekenland gereisd. De handel is niet van de grond gekomen. In 1999 heeft hij in verband met deze handel slechts kosten gemaakt, maar geen opbrengsten genoten. Wel heeft belanghebbende in 1999 voor ƒ 1.980,- coniferen- en andere takjes verkocht. In totaal heeft belanghebbende in 1999 ƒ 19.625,- kosten gemaakt.

3. Belanghebbende, op wie in dezen de bewijslast rust, maakt tegenover de betwisting door de Inspecteur niet aannemelijk dat de onder 2 bedoelde activiteiten in 1999 de hobby-sfeer zijn ontstegen, dat hij in betekenende mate aan het economische verkeer heeft deelgenomen en evenmin dat redelijkerwijs, eventueel op termijn, van deze activiteiten voordeel viel te verwachten.

4. Op grond van het onder 3 overwogene is het Hof van oordeel dat de onder 2 bedoelde activiteiten in 1999 voor belanghebbende geen bron van inkomen vormden en dat de Inspecteur de opgevoerde verliespost terecht niet in aftrek heeft aanvaard.

5. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.

6. Ter informatie van belanghebbende is aan dit proces-verbaal een exemplaar van de pleitnotities van de Inspecteur gehecht; de Inspecteur heeft hieraan toegevoegd dat hij zijn primaire stelling (verweerschrift pagina 2) intrekt.

proceskosten:

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

beslissing:

Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak waarvan beroep.

Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2003 door mr. Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mw. Vermeulen-Post als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, Het lid van de voormelde kamer,

(I.B. Vermeulen-Post) (T.J. Matthijssen)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 22 januari 2003

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.