Gerechtshof Arnhem, 13-03-2003, AF7400, 01-00770
Gerechtshof Arnhem, 13-03-2003, AF7400, 01-00770
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem
- Datum uitspraak
- 13 maart 2003
- Datum publicatie
- 16 april 2003
- ECLI
- ECLI:NL:GHARN:2003:AF7400
- Zaaknummer
- 01-00770
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
Gerechtshof Arnhem
zesde enkelvoudige belastingkamer
nummer 01/00770 (inkomstenbelasting)
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
verweerder : de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen [P]
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
betreft : aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1998
nummer : […H86]
mondelinge behandeling : op 27 februari 2003 te Arnhem
waarbij verschenen : belanghebbende en [de Inspecteur]
gronden:
1. Belanghebbende wenst nog slechts twee geschilpunten aan de orde te stellen. Allereerst de vraag of zijn activiteiten als rij-instructeur in het kader van een onderneming hebben plaatsgevonden. En vervolgens, indien dit zo is, of hij recht heeft op toepassing van de zelfstandigenaftrek.
2. De Inspecteur heeft gesteld dat belanghebbende weinig tot geen risico heeft gelopen, dat hij steeds voor het geven van rijles in opdracht heeft gewerkt voor één opdrachtgever, dat hij maandelijks een vaste vergoeding per uur declareerde bij de opdrachtgever, dat hij de eventueel van leerlingen contant ontvangen lesgelden afdroeg aan de opdrachtgever, dat hij niet over bedrijfsmiddelen beschikte en dat hij niet zelfstandig naar buiten trad. Belanghebbende heeft deze stellingen niet, althans onvoldoende, bestreden.
3. De Inspecteur heeft op grond daarvan terecht geoordeeld dat belanghebbendes activiteiten als rij-instructeur niet in het kader van een onderneming hebben plaatsgevonden. Belanghebbende kan mitsdien niet worden aangemerkt als ondernemer. De opbrengsten zijn door de Inspecteur terecht aangemerkt als inkomsten uit arbeid buiten dienstbetrekking.
4. In dat geval heeft belanghebbende geen recht op toepassing van de zelfstandigenaftrek. Het beroep kan derhalve niet slagen.
slotsom:
Het beroep is ongegrond.
proceskosten:
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
beslissing:
Het Gerechtshof verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan op 13 maart 2003 door mr. J. Lamens, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Nuboer als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(M.M. Nuboer) (J. Lamens)
De beslissing is in het openbaar uitgesproken en afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 18 maart 2003
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.