Home

Gerechtshof Arnhem, 26-03-2003, AF8138, 02-00864

Gerechtshof Arnhem, 26-03-2003, AF8138, 02-00864

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
26 maart 2003
Datum publicatie
12 mei 2003
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2003:AF8138
Zaaknummer
02-00864

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

vierde enkelvoudige belastingkamer

nummer 02/00864 (WOZ)

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

ambtenaar : heffingsambtenaar van de gemeente Lochem

aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 9 januari 2002 op bezwaar

nummer WOZ-beschikking : […]

dagtekening WOZ-beschikking : 30 juni 2001

tijdvak : 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004

mondelinge behandeling : op 12 maart 2003 te Arnhem door mr. Matthijssen, raadsheer, in tegenwoordigheid van mw. Vermeulen-Post als griffier

waarbij verschenen : [de Ambtenaar]

waarbij niet verschenen : belanghebbende, met schriftelijke kennisgeving aan het Hof

gronden:

Belanghebbende is eigenaar van recreatiebungalow nr. [1 te Q] in de gemeente Lochem. Op 1 januari 2000 heeft belanghebbende met betrekking tot de recreatiebungalow een verhuurbemiddelingsovereenkomst gesloten met [A B.V. te R] (een kopie van de desbetreffende akte behoort tot de gedingstukken).

Artikel 1 van deze overeenkomst luidt als volgt:

1.1. De eigenaar verleent hierbij aan [A B.V.], die verklaart te aanvaarden, het exclusieve recht om gedurende de looptijd van de verhuurbemiddelingsovereenkomst op naam van [A B.V.] en voor rekening en risico van de eigenaar zijn recreatiebungalow, staande en gelegen [te Q], te verhuren aan derden.

1.2.a. De eigenaar zal de recreatiebungalow het gehele jaar aan [A B.V.] in verhuur geven.

b. De eigenaar heeft het recht zijn recreatiebungalow -zonder dat hij daarvoor een vergoeding aan [A B.V.] is verschuldigd -voor eigen gebruik aan te wenden. De eigenaar komt slechts dit recht op eigen gebruik toe, indien [A B.V.] de betreffende recreatiebungalow nog niet heeft verhuurd. Voorts dient de eigenaar schriftelijk aan [A B.V.] te bevestigen voor welke periode de recreatiebungalow voor eigen gebruik wordt aangewend.

Onder eigen gebruik wordt verstaan dat de (directeur van de) eigenaar, zijn echtgenoot, bloedverwanten in de eerst graad en hun gezinsleden de recreatiebungalow gezamenlijk of afzonderlijk gebruiken. Indien de eigenaar van dit recht gebruik wenst te maken, dient hij/zij dit voor 1 januari 2001 schriftelijk aan [A B.V.] kenbaar te maken.

1.3. De eigenaar verklaart met geen enkele andere verhuurorganisatie samen te werken dan met [A B.V.].

1.4. Alle boekingen zullen door [A B.V.] worden geadministreerd.

1.5. De eigenaar is jegens [A B.V.] aansprakelijk voor alle schade, welke uit het niet nakomen van vorenstaande voor [A B.V.] mocht voortvloeien, daaronder begrepen gevolgschade, zoals eventueel door [A B.V.] te betalen schadevergoeding terzake van het feit dat [A B.V.] een met een huurder overeengekomen huurovereenkomst niet kan nakomen.

1.6. Verhuur door de eigenaar zelf, zonder tussenkomst van [A B.V.] is niet toegestaan. Indien een dergelijk feit zich voordoet is de eigenaar aan [A B.V.] een direct opeisbare boete verschuldigd van HFI. 500,-- per overtreding, zulks onverminderd het recht van [A B.V.] op volledige schadeloosstelling.

2. Het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik wordt aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld (artikel 24, vijfde lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet WOZ).

3. Gezien de inhoud van de verhuurbemiddelingsovereenkomst, die belanghebbende de ruimte laat in periodes waarin de bungalow (nog) niet is verhuurd zelf, zonder huur te betalen, van de bungalow gebruik te maken en gelet op de onder 2 aangehaalde bepaling, heeft de Ambtenaar belanghebbende terecht als gebruiker in de zin van de Wet WOZ aangemerkt. Hetgeen belanghebbende aanvoert doet aan dit oordeel niet af.

4. Ook hetgeen belanghebbende overigens aanvoert kan hem niet baten. Zijn beroep is ongegrond.

proceskosten:

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

beslissing:

Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak waarvan beroep.

Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2003 door mr. Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mw. Vermeulen-Post als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, Het lid van de voormelde kamer,

(I.B. Vermeulen-Post) (T.J. Matthijssen)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 4 april 2003

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.