Gerechtshof Arnhem, 28-09-2004, AR4814, 03-02493
Gerechtshof Arnhem, 28-09-2004, AR4814, 03-02493
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem
- Datum uitspraak
- 28 september 2004
- Datum publicatie
- 2 november 2004
- ECLI
- ECLI:NL:GHARN:2004:AR4814
- Zaaknummer
- 03-02493
- Relevante informatie
- Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 220d
Inhoudsindicatie
Wet waardering onroerende zaken.
In voormalig schoolgebouw gehouden bezinningssamenkomsten vallen onder de in de gemeentewet opgenomen kerkenvrijstelling.
Uitspraak
Gerechtshof Arnhem
vierde enkelvoudige belastingkamer
nummer 03/02493
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
verweerder : heffingsambtenaar van de gemeente Hellendoorn (hierna: de Ambtenaar)
aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 25 november 2003 op bezwaar
betreft : beschikking waardevaststelling ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (hierna: WOZ) voor de tijdvakken 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 en 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004
nummer beschikking : [01]
aanslagnummers : [99.1], [99.2], [99.3] en [99.4]
soort belasting : onroerende zaakbelastingen (eigenaars- en gebruikersbelasting
jaren : 2000 tot en met 2003
mondelinge behandeling : op 14 september 2004 te Arnhem
waarbij verschenen : namens belanghebbende: [A] (bestuurslid van belanghebbende) en, tot haar bijstand, [B] alsmede [de Ambtenaar]
gronden:
1. Na bezwaar heeft de Ambtenaar de woz-waarde van de onroerende zaak [a-weg 1 te Z] verminderd tot € 446.065 (per peildatum 1 januari 1995) respectievelijk € 506.418 (per peildatum 1 januari 1999).
2. Het Hof is niet bevoegd een door de Ambtenaar verleende vermindering ongedaan te maken. Het daartoe strekkende (primaire) verzoek van de Ambtenaar is derhalve niet voor inwilliging vatbaar.
3. Belanghebbende verzoekt toepassing van artikel 220 d, lid 1, onderdeel c, van de Gemeentewet (de zogenaamde kerkenvrijstelling voor de onroerende-zaakbelastingen) op grond dat het voormalige gymnastieklokaal, in welke ruimte onder meer erediensten worden gehouden, van het onderhavige voormalige schoolgebouw en de voormalige klaslokalen in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard (dat wil zeggen de tekst die geldt met ingang van 1 januari 1995).
4. Belanghebbende maakt met hetgeen zij aanvoert aannemelijk dat de volgende door haar beschreven bijeenkomsten in de klaslokalen (namelijk bijeenkomsten waarbij kinderen uit christelijke liederenbundels zingen, verhalen uit de bijbel lezen, knutselen met christelijk materiaal, video’s met bijbelse thema’s kijken; vergelijkbare bijeenkomsten voor vrouwen en jongeren; gebedsbijeenkomsten) onder de noemer bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard kunnen worden gerangschikt, dat deze bijeenkomsten alle openbaar zijn en, tezamen met de in de gymnastiekzaal gehouden openbare erediensten, 80,41% van het gebruik van de onroerende zaak uitmaken (de berekeningswijze van belanghebbende in bijlage 4 bij het beroepschrift spoort naar het oordeel van het Hof met het arrest van de Hoge Raad van 4 december 1991, nr. 27661, BNB 1992/47).
Niet van belang is dat de bijeenkosten in de voormalige klaslokalen niet als eredienst kunnen worden aangemerkt, zoals de Ambtenaar op zich terecht verdedigt. Het Hof tekent hierbij aan dat de zogenaamde kerkenvrijstelling met ingang van 1 januari 1995 is uitgebreid.
5. Het oordeel van het Hof heeft geen invloed op de, na bezwaar, vastgestelde woz-waarden (die van belang blijven voor de heffingen van het waterschap) maar leidt uitsluitend tot vernietiging van de aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen.
6. Het beroep van belanghebbende is in zoverre gegrond.
proceskosten:
Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op € 55,40 (2 × reiskosten).
beslissing:
Het Gerechtshof:
– vernietigt de uitspraak waarvan beroep voor zover daarbij de bovengenoemde aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen zijn gehandhaafd;
– vernietigt de genoemde aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen;
– bevestigt de uitspraak voor zover daarbij de waarde van de onroerende zaak [a-weg 1 te Z] is verminderd tot € 552.704 (per 1 januari 1995) respectievelijk € 603.527 (per 1 januari 1999);
– gelast dat de gemeente Hellendoorn aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht van € 232;
– veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 55,40 en wijst de gemeente Hellendoorn aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Aldus gedaan op 28 september 2004 door mr. Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer.
De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. Nuboer als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(M.M. Nuboer) (T.J. Matthijssen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 7 oktober 2004
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.