Home

Gerechtshof Arnhem, 07-10-2004, AR5317, 04-00063

Gerechtshof Arnhem, 07-10-2004, AR5317, 04-00063

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
7 oktober 2004
Datum publicatie
10 november 2004
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2004:AR5317
Zaaknummer
04-00063

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting.

Door firmanten van een klussenbedrijf verrichte arbeid met betrekking tot hun privé-woning vormt geen belaste onttrekking.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

elfde enkelvoudige belastingkamer

nummer 04/00063

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

verweerder : de Inspecteur van de Belastingdienst [P]

aangevallen beslissingen : uitspraken op bezwaar

betreft : navorderingsaanslag Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen 1998 en navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1998

nummer : [01.W87] respectievelijk [02.H87]

mondelinge behandeling : op 23 september 2004 te Arnhem

waarbij verschenen : [belanghebbendes gemachtigde vergezeld door belanghebbendes broer, alsmede de Inspecteur]

gronden:

1. Belanghebbende oefent samen met zijn broer een klussenbedrijf uit in de vorm van een vennootschap onder firma (verder: de v.o.f.). In 1998 heeft belanghebbende meegeholpen met de verbouwing van de woning van zijn broer. De verbouwing bestond onder andere uit het plaatsen van een nieuwe keuken, het vernieuwen van de badkamer, het vervangen van deur- en raamkozijnen en het isoleren van plafonds. Van week 43 tot en met 51 is door belanghebbende en zijn broer nagenoeg continu aan de verbouwing gewerkt. De Inspecteur heeft de waarde van de eigen arbeid aangemerkt als een onttrekking en heeft te dier zake bij zowel belanghebbende als zijn broer een winstcorrectie toegepast van ƒ 11.500.

2. In geschil is of de winstcorrectie terecht en, zo ja, tot een juist bedrag is toegepast. Met name houdt partijen verdeeld het antwoord op de vraag of de verbouwing heeft plaatsgevonden binnen het kader van de onderneming.

3. Tussen partijen is niet in geschil dat de hiervoor onder 1 vermelde werkzaamheden behoren tot de normale werkzaamheden van de v.o.f.

4. De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat de verbouwing deels heeft plaatsgevonden in de normale werktijd, omdat ervan kan worden uitgegaan dat belanghebbende en zijn broer, evenals in het daaraan voorafgaande en het erop volgende jaar, in het onderhavige jaar slechts twee weken vakantie hebben genomen in november. Belanghebbende heeft dit standpunt gemotiveerd bestreden. Hij heeft hiertoe het volgende aangevoerd. In de maanden november en december van het onderhavige jaar waren er geen opdrachten. Er zijn wel offertes uitgebracht, maar deze werden niet geaccepteerd. Een grote klus die in eerste instantie in december zou worden uitgevoerd, is op verzoek van de klant uitgesteld. Er zijn geen klussen opzij gezet. Integendeel, de enige klus die ze in die tijd hadden, hebben ze met beide handen aangegrepen. Bij gebrek aan werk is de decembervakantie vervroegd en gerekt. Dat kan, omdat de v.o.f. geen vaste openingstijden heeft. Dat er gedurende een langere periode, dan wel meerdere keren per jaar vakantie wordt opgenomen, gebeurt wel vaker. Zo is bijvoorbeeld ook in de winter van 2003 tweeënhalve maand vakantie opgenomen. De verbouwing heeft, anders dan de Inspecteur stelt, volledig plaatsgevonden in de vakantie.

5. Ter zitting is namens belanghebbende een offertelijst overgelegd. Deze lijst heeft een overzicht van alle in 1998 uitgebrachte offertes met vermelding of deze zijn geaccepteerd en, zo ja, wanneer de opdracht is uitgevoerd. Volgens deze lijst heeft de v.o.f. in de maanden augustus tot en met december 1998 zeven offertes aan derden uitgebracht, en zijn slechts twee daarvan geaccepteerd waarvan in de maanden november en december van het onderhavige jaar slechts één klus is uitgevoerd, die bovendien maar één dag in beslag heeft genomen.

6. Voorts heeft belanghebbende onweersproken gesteld dat het gebruikte gereedschap grotendeels in privé aanwezig was, dat dat gereedschap niet tot het ondernemingsvermogen behoorde, dat de materialen rechtstreeks werden betrokken van en via de privé-rekening werden betaald aan leveranciers, dat de eventueel genoten korting op de verstrekte materialen is te verwaarlozen en dat de bus van de onderneming weliswaar ook voor de verbouwing is gebruikt maar dat hij voor die bus een bijtelling wegens privé-gebruik heeft toegepast.

7. Naar ’s Hofs oordeel heeft belanghebbende met hetgeen hij heeft aangevoerd en de ter zitting overgelegde offertelijst voldoende aannemelijk gemaakt dat de verbouwing heeft plaatsgevonden in de vakantie en dat voor de verbouwing, behoudens de bus waarvoor een bijtelling wegens privé-gebruik is toegepast, geen gebruik is gemaakt van bedrijfsmiddelen en/of de bedrijfsorganisatie. Onder deze omstandigheden behoeft niet te worden aangenomen dat de verbouwing heeft plaatsgevonden binnen het kader van de onderneming. Mitsdien heeft de Inspecteur ten onrechte de waarde van de eigen arbeid gerekend tot de winst uit onderneming.

8. Het beroep is gegrond.

proceskosten:

Het Hof acht termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. Belanghebbendes proceskosten, alsmede de proceskosten van zijn broer in de met deze zaak samenhangende en gelijktijdig behandelde zaak met nummer 04/00063, zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op € 644 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en € 10 voor reis- en verblijfkosten van belanghebbendes broer. Van het totaalbedrag van € 654 dient € 322 (de helft van € 644) aan belanghebbende te worden vergoed.

beslissing:

Het Gerechtshof

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraken;

- vernietigt de navorderingsaanslag Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

- vernietigt de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

- gelast de Staat aan belanghebbende te vergoeden het door deze voor de beroepsprocedure gestorte griffierecht van € 31;

- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 322, en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die deze kosten aan belanghebbende dient te vergoeden.

Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2004 door mr. Ettema, lid van de elfde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van W.M.M.A. van der Vegt als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

Het lid van de voormelde kamer,

De griffier is verhinderd

dit proces-verbaal

mede te ondertekenen.

(C.M. Ettema)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 19 oktober 2004

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.