Home

Gerechtshof Arnhem, 01-12-2004, AS2112, 04-00917

Gerechtshof Arnhem, 01-12-2004, AS2112, 04-00917

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
1 december 2004
Datum publicatie
12 januari 2005
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2004:AS2112
Zaaknummer
04-00917
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 222

Inhoudsindicatie

Baatbelasting.

Gemeente Roermond heeft ten onrechte een deel van de kosten van de bestrating ten behoeve van rioolonderhoud via de baatbelasting verhaald.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

tweede meervoudige belastingkamer

nummer 04/00917

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

verweerder : de heffingsambtenaar van de gemeente Roermond

aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar

betreft : baatbelasting van de gemeente Roermond voor het jaar 1996

nummer : [01]

mondelinge behandeling : op 17 november 2004 te Arnhem

Waarbij verschenen : belanghebbende, bijgestaan door diens zoon [A] alsmede [de heffingsambtenaar]

gronden:

1. In dit geding na verwijzing door de Hoge Raad (arrest van 28 mei 2004, nr. 38.978) ziet de rechtsstrijd van partijen uitsluitend nog op de vraag of in dezen de kosten van het openbreken van de bestrating ten behoeve van regulier rioolonderhoud (mede) door middel van de baatbelasting op de belastingplichtigen zijn verhaald.

2. De heffingsambtenaar, die erkent dat het hier (mede) gaat om kosten van rioolonderhoud, beantwoordt die vraag ontkennend. Daartoe heeft hij gesteld dat de kosten van het vernieuwen van de riolering en kosten die daarmee verband houden zoals bestratingswerkzaamheden zijn geraamd op een bedrag van ƒ 146.000, welk bedrag ten laste van de begroting openbare werken 1993 is gebracht.

3. Belanghebbende heeft ter zitting gemotiveerd betwist dat in genoemd bedrag van ƒ 146.000 de kosten van het openbreken van de bestrating zijn opgenomen. Hij stelt dat die kosten zijn verhaald door middel van de onderhavige baatbelasting.

4. Tegenover de gemotiveerde betwisting door belanghebbende is de heffingsambtenaar – op wie in dezen de bewijslast rust - niet erin geslaagd aannemelijk te maken dat de kosten van het openbreken van de bestrating zijn begrepen in het - ten laste van de begroting openbare werken 1993 gebrachte - bedrag van ƒ 146.000. Hij heeft geen enkel stuk overgelegd waaruit blijkt hoe het bedrag van ƒ 146.000 is samengesteld en opgebouwd. De omstandigheid dat de gemeente niet meer in het bezit is van zulke bescheiden, komt voor rekening van de heffingsambtenaar.

5. Het moet derhalve ervoor worden gehouden dat de kosten van het openbreken van de bestrating zijn verhaald door middel van de onderwerpelijke baatbelasting.

6. De kosten van het openbreken van de bestrating hebben naar het oordeel van het Hof zowel betrekking op de herinrichting van de Hamstraat als op de onderhoudswerkzaamheden aan de riolering. In zoverre de kosten van het openbreken zijn gemaakt met het oog op laatstbedoelde onderhoudswerkzaamheden zijn zij ten onrechte via de baatbelasting verhaald.

7. Bij gebreke van nadere gegevens gaat het Hof – in goede justitie – ervan uit dat de kosten van het openbreken van de bestrating welke moeten worden toegerekend aan de rioolonderhoudswerkzaamheden niet meer dan ƒ 10.000 hebben belopen.

8. Nu ervan moet worden uitgegaan dat die kosten ten onrechte door middel van de baatbelasting zijn verhaald kan de uitspraak op bezwaar niet in stand blijven. Het beroep van belanghebbende is in zoverre gegrond. De aanslag dient te worden verminderd tot een aanslag ten bedrage van ƒ 9.415,92.

9. Dit bedrag is als volgt berekend:

- in aanmerking genomen kosten ƒ 1.016.827,36

- kosten van openbreken bestrating - 10.000,--

-------------------

ƒ 1.006.827,36

- te verhalen 85% ƒ 855.803,20

- lengte van deHamstraat 409 m2

- per strekkende meter ƒ 2.092,42

- aanslag 4,5 meter ƒ 9.415,92

proceskosten:

Het Hof acht, nu het beroep gedeeltelijk gegrond wordt verklaard, termen aanwezig voor een veroordeling in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep voor het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch en voor dit Hof redelijkerwijs heeft moeten maken.

Het Hof begroot deze kosten als volgt.

Hof Den Bosch: € 805 ter zake van kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand (2,5 punten voor proceshandelingen en een wegingsfactor 1)

Hof Arnhem: € 75 voor (op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht berekende) reis- en verblijfkosten,

Derhalve in totaal € 880.

beslissing:

Het Gerechtshof:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de aanslag tot een aanslag ten bedrage van € 4.272,75 (ƒ 9.415,92),

- gelast dat de gemeente Roermond aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 38,57 (ƒ 85), en

- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 880 en wijst de gemeente Roermond aan als de rechtspersoon die deze kosten aan belanghebbende dient te vergoeden.

Aldus gedaan op 1 december 2004 door mr. Den Ouden, voorzitter, mr. De Kroon en mr. drs. Spek, raadsheren.

De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. Vellema als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, De voorzitter van de voormelde kamer,

(A. Vellema) (R. den Ouden)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 1 december 2004

Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.