Home

Gerechtshof Arnhem, 12-05-2005, AT7891, 04-01207

Gerechtshof Arnhem, 12-05-2005, AT7891, 04-01207

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
12 mei 2005
Datum publicatie
21 juni 2005
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2005:AT7891
Zaaknummer
04-01207

Inhoudsindicatie

Onroerendezaakbelastingen

Een eerst ter zitting gevoerd verweer door de gemeente wordt door het hof als tardief aangemerkt.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

vijfde enkelvoudige belastingkamer

nummer 04/01207

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende: X

te : Z

verweerder : de heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem (hierna: de Ambtenaar)

aangevallen beslissing: uitspraak op bezwaar

betreft : aanslag onroerende zaakbelasting gebruiker

nummer : 00000000

mondelinge behandeling: op 28 april 2005 te Arnhem

waarbij verschenen: belanghebbende en A, namens de heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem

gronden:

1. Aan belanghebbende is als gebruiker van het object a-straat 9 te Z een aanslag onroerende zaakbelasting gebruiker opgelegd voor het jaar 2002, tegen welke aanslag belanghebbende in bezwaar is gekomen.

2. Bij uitspraak op bezwaar van 9 juli 2004 is belanghebbendes bezwaar afgewezen. De motivering van de uitspraak op bezwaar luidt enkel: “de vermindering wordt niet toegekend”.

3. Belanghebbendes beroep tegen de uitspraak op bezwaar is op 13 juli 2004 ter griffie van het Hof ontvangen. In zijn beroepschrift betoogt belanghebbende dat hij ten onrechte is aangeslagen voor de onroerende zaakbelasting gebruiker nu hij na 1 januari 2002 is verhuisd naar het adres a-straat 9 te Z. Hij verwijst hierbij naar de door de gemeente Z uitgegeven belastingwijzer waarin op pagina 1 staat vermeldt: “indien u na 1 januari verhuist, bent u voor uw nieuwe pand geen OZB verschuldigd”. Een kopie van de bedoelde pagina heeft belanghebbende als bijlage bij zijn beroepschrift gevoegd.

4. Naar aanleiding van het door belanghebbende ingestelde beroep, heeft het Hof verweerder in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen en is verweerder verzocht om de van belang zijnde stukken in te sturen voor 20 september 2004.

5. Op verzoek van de verweerder is de termijn voor het indienen van een verweerschrift verlengd tot 22 oktober 2004. Nadat hierop geen reactie is ontvangen, heeft het Hof verweerder nogmaals in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. De termijn is hierbij verlengd tot en met 16 november 2004. Ook hierop is ter griffie van het Hof geen verweerschrift ontvangen.

6. Verweerder heeft eveneens geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om tot tien dagen voor de zitting stukken in te dienen bij het Gerechtshof.

7. Eerst ter zitting heeft verweerder aangegeven verweer te willen voeren tegen belanghebbendes beroep en alsnog de Verordening onroerende zaakbelastingen 2002 te willen overleggen.

8. Naar het oordeel van het Hof had een verweer redelijkerwijs eerder naar voren gebracht kunnen en moeten worden, zodat het verweer dat verweerder ter zitting zou willen voeren als tardief moet worden aangemerkt.

9. Gelet op het vorenstaande en op de omstandigheid dat in de uitspraak op bezwaar elke motivering ontbreekt, komt het Hof tot het oordeel dat belanghebbendes beroep door verweerder niet is weersproken.

10. Belanghebbendes beroep is derhalve gegrond.

11. Ter zitting heeft verweerder verklaard zich bij het oordeel van het Hof neer te leggen.

proceskosten:

Belanghebbende heeft ter zitting verklaard geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten.

beslissing:

Het Gerechtshof:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak waarvan beroep;

- vernietigt de belastingaanslag;

- gelast dat de gemeente Arnhem aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht van € 37.

Aldus gedaan op 12 mei 2005 door mr. J.B.H. Röben, lid van de vijfde enkelvoudige belastingkamer. De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van V.F.R. Woeltjes als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, Het lid van de voormelde kamer,

(V.F.R. Woeltjes) (J.B.H. Röben)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 26 mei 2005

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht.

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.