Gerechtshof Arnhem, 27-06-2005, AT9346, 04-00758
Gerechtshof Arnhem, 27-06-2005, AT9346, 04-00758
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem
- Datum uitspraak
- 27 juni 2005
- Datum publicatie
- 14 juli 2005
- ECLI
- ECLI:NL:GHARN:2005:AT9346
- Zaaknummer
- 04-00758
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting
De aan door een biochemicus voorgeschreven orthomoleculaire supplementen verbonden kosten vormen geen aftrekbare ziektekosten.
Uitspraak
Gerechtshof Arnhem
vijfde enkelvoudige belastingkamer
nummer 04/00758
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X
te : Z
verweerder : de Inspecteur van de Belastingdienst/P
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
betreft : inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2002
nummer : X
mondelinge behandeling : op 15 juni 2005 te Arnhem
waarbij verschenen : de Inspecteur
waarbij niet verschenen : belanghebbende, met kennisgeving aan het Hof
gronden:
1. Belanghebbende is geboren op 7 april 1963. Omdat zij gevoelig is voor bepaalde stoffen in voeding, in haar omgeving en in geneesmiddelen gebruikt zij orthomoleculaire supplementen. Deze middelen worden aan haar voorgeschreven door B van C BV te Weert (hierna: C), die ter zake een verklaring heeft afgegeven.
2. Het inkomen van belanghebbende bestaat enkel uit box 1 inkomsten. In haar aangifte voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen heeft zij ter zake van ziektekosten een bedrag van € 4.217 op het inkomen in aftrek gebracht. Na bezwaar is nog in geschil een bedrag van € 918,26.
3. Belanghebbende is van mening dat de supplementen zijn aan te merken als middelen die zijn voorgeschreven door een naar Nederlandse begrippen bevoegde genees- of heelkundige in het kader van een behandelplan. Volgens belanghebbende is sprake van een behandeling bij C die door haar huisarts wordt gesteund.
4. De Inspecteur is van mening dat de door belanghebbende in aftrek gebrachte uitgaven niet als buitengewone uitgaven wegens ziekte aftrekbaar zijn, omdat niet aannemelijk is geworden dat de betreffende voedingssupplementen door een naar Nederlandse begrippen bevoegde genees- of heelkundige zijn voorgeschreven.
5. Belanghebbende maakt naar het oordeel van het Hof niet aannemelijk dat zij medicijnen gebruikt, al dan niet in het kader van een behandelplan, op voorschrift van een naar Nederlandse maatstaven erkende medicus. Een voorschrift/verwijzing van de huisarts heeft zij niet in het geding gebracht. Uit de door het Hof geraadpleegde website van C komt naar voren dat B biochemicus is. Niet vermeld is dat hij (tevens) arts is. Reeds om deze reden kan de door belanghebbende gevraagde hogere aftrek niet plaatsvinden.
proceskosten:
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
beslissing:
Het Gerechtshof verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan op 27 juni 2005 door Wet inkomstenbelasting 2001, lid van de vijfde enkelvoudige belastingkamer. De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van V.F.R. Woeltjes als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(V.F.R. Woeltjes) (J.B.H. Röben)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 27 juni 2005
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht.
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.