Home

Gerechtshof Arnhem, 25-01-2008, BC3255, 07/00409

Gerechtshof Arnhem, 25-01-2008, BC3255, 07/00409

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
25 januari 2008
Datum publicatie
1 februari 2008
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2008:BC3255
Zaaknummer
07/00409

Inhoudsindicatie

Energiepremie.

Verwijzingsprocedure HR 10 augustus 2007, nr. 43245. Isolatie is aangebracht door ondernemer, zodat belanghebbende recht heeft op energiepremie.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

tweede meervoudige belastingkamer

nummer 07/00409

U i t s p r a a k

op het beroep van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Emmen, Team Energiepremies (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift van belanghebbende betreffende een beschikking inzake een aanspraak op energiepremie.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1 Op het verzoek van belanghebbende om een voor bezwaar vatbare uitspraak over de weigering van het energiebedrijf A (hierna: het energiebedrijf) hem een energiepremie toe te kennen, heeft de Inspecteur bij beschikking van 25 juli 2003 beslist dat aan belanghebbende de door hem gevraagde energiepremie terecht is geweigerd. Na daartegen gemaakt bezwaar, is bij uitspraak van de Inspecteur een energiepremie voor een bedrag van € 350 toegekend.

1.2 Het gerechtshof te Leeuwarden heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en beslist dat een energiepremie moet worden toegekend tot een bedrag van € 1750.

1.3 Zowel belanghebbende als de staatssecretaris van Financiën hebben tegen de uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft bij arrest van 10 augustus 2007, nr. 43.245, BNB 2007/306 (hierna: het arrest) het beroep van zowel belanghebbende als de staatssecretaris gegrond verklaard, de uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en het geding verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem (verder: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van het arrest.

1.4 De Inspecteur heeft het Hof, hoewel daartoe door het Hof in de gelegenheid gesteld, medegedeeld dat hij naar aanleiding van het arrest geen schriftelijke conclusie bij het Hof zal indienen. Belanghebbende heeft, daartoe door het Hof in de gelegenheid gesteld, wel een conclusie ingediend. Het Hof heeft die conclusie aan de Inspecteur toegezonden.

1.5 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 20 december 2007 te Arnhem. Beide partijen zijn met bericht aan het Hof niet verschenen.

2. Feiten

Het Hof verwijst voor de feiten naar onderdeel 3 van het arrest.

3. Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1 Na verwijzing is tussen partijen uitsluitend nog in geschil het antwoord op de vraag of B Lijmbedrijf een ondernemer is als bedoeld in onderdeel 2005 van bijlage I behorende bij de Uitvoeringsregeling energiepremies. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de Inspecteur ontkennend.

3.2 Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

3.3 Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak en toekenning van een energiepremie van € 3.500. De Inspecteur concludeert, naar het Hof aanneemt, tot bevestiging van zijn uitspraak.

4. Beoordeling van het geschil

4.1 Belanghebbende heeft een op het aanbrengen van de onderhavige voorziening betrekking hebbende factuur overgelegd. Het Hof is met belanghebbende van oordeel dat deze factuur de vermeldingen bevat welke kenmerkend zijn voor door ondernemers uitgereikte facturen. Gelet op punt 4.3 van het arrest brengt zulks mee dat in dezen het vermoeden is gewettigd dat de onderhavige voorziening is aangebracht door een ondernemer. Het is dan aan de Inspecteur dat vermoeden te ontzenuwen.

4.2 Belanghebbende heeft na verwijzing een uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel overgelegd, waaruit onder meer blijkt dat een voor rekening van B gedreven eenmanszaak met de handelsnaam B Lijmbedrijf, laatstelijk gevestigd aan de a-straat 1 te Q, telefoonnummer 0123-456789, opgericht op 0 april 1999 en opgeheven met ingang van 1 oktober 2004, ingeschreven heeft gestaan bij de Kamer van Koophandel voor R onder inschrijvingsnummer 00000000. Het Hof stelt vast dat voornoemde handelsnaam, telefoon- en adresgegevens en inschrijvingsnummer op de aan belanghebbende uitgereikte factuur voor het aanbrengen van de onderhavige voorziening zijn vermeld.

4.3 De Inspecteur heeft na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad niets meer aangevoerd. In beroep bij het gerechtshof te Leeuwarden heeft de Inspecteur uitsluitend gesteld dat B Lijmbedrijf niet als zodanig bekend is bij de belastingdienst. Deze enkele stelling, die niet uitsluit dat B Lijmbedrijf een ondernemer is, is – mede gelet op de onder 4.2 vermelde feiten – naar het oordeel van het Hof onvoldoende om het in 4.1 bedoelde vermoeden te ontzenuwen.

4.4 Het voorgaande leidt het Hof tot het oordeel dat de onderhavige voorziening is aangebracht door een ondernemer. Aan belanghebbende dient daarom een energiepremie te worden toegekend van € 3.500.

5. Proceskosten

Het Hof acht termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. Het Hof bepaalt de voor vergoeding in aanmerking komende kosten op € 27 voor de reiskosten van belanghebbendes gemachtigde voor het bijwonen van de mondelinge behandeling van het beroep door het gerechtshof te Leeuwarden.

6. Beslissing

Het Hof:

- verklaart het beroep gegrond,

- vernietigt de uitspraak op bezwaar,

- kent een energiepremie toe voor een bedrag van € 3.500,

- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 27, en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die de kosten moet vergoeden.

Aldus gedaan op 25 januari 2008 door de tweede meervoudige belastingkamer in de samenstelling mr. C.M. Ettema, voorzitter, mr. J. Lamens en mr. N.E. Haas, raadsheren.

De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van drs. V.F.R. Woeltjes als griffier.

(V.F.R. Woeltjes) (C.M. Ettema)

Afschriften van de beslissing zijn aangetekend per post verzonden op 25 januari 2008

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

Postbus 20303,

2500 EH Den Haag.

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.