Home

Gerechtshof Arnhem, 27-02-2008, BC6282, 07-00358

Gerechtshof Arnhem, 27-02-2008, BC6282, 07-00358

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
27 februari 2008
Datum publicatie
11 maart 2008
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2008:BC6282
Zaaknummer
07-00358

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting.

Verwijzingsprocedure HR 13 juli 2007, nr. 42.718. Woon-winkelpand is terecht tot het privévermogen gerekend.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

eerste meervoudige belastingkamer

nummer 07/00358

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : X

te : Z

verweerder : de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur)

aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar

betreft : aanslag inkomstenbelasting 1999 ná verwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 13 juli 2007, nr. 42.718

nummer : 0.H.96

mondelinge behandeling : op 13 februari 2008 te Arnhem

waarbij verschenen : de echtgenote van belanghebbende en zijn gemachtigde, alsmede de Inspecteur

gronden:

In reactie op de verklaring van de echtgenote van belanghebbende ter zitting en het voorlopig oordeel van het Hof gehoord hebbende, heeft de Inspecteur zich ter zitting alsnog verenigd met het standpunt van belanghebbende dat het pand aan de a-straat 1, te Q in zijn geheel terecht tot het privévermogen is gerekend en dat het belastbaar inkomen van belanghebbende nader dient te worden vastgesteld op negatief ƒ 30.647.

Het Hof zal overeenkomstig beslissen.

proceskosten:

De Hoge Raad heeft in zijn verwijzingsarrest reeds een veroordeling in de proceskosten van belanghebbende van het geding in cassatie uitgesproken en gelast dat aan belanghebbende worden vergoed de voor de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierechten. Omtrent het griffierecht voor de behandeling van het beroep voor het gerechtshof Leeuwarden heeft de Hoge Raad nog geen beslissing genomen. Dit zal door het Hof worden gedaan.

De kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van zijn beroep bij het gerechtshof Leeuwarden en dit Hof heeft moeten maken zijn overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op 3,5 (punten per proceshandeling) maal € 322 * 1 (wegingsfactor) ofwel op € 1.127 aan kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand en € 65 aan reiskosten, tezamen € 1.192.

beslissing:

Het Gerechtshof:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de aanslag inkomstenbelasting 1999 tot nihil;

- stelt het bij beschikking vastgestelde verlies van nihil nader vast op ƒ 30.647 (€ 13.907);

- gelast dat de Staat aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht van € 37 en

- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 1.192 en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

Aldus gedaan op 27 februari 2008 door mr. R. den Ouden, voorzitter en mr. J.B.H. Röben en mr. G.Th.K. Meussen, raadsheren. De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van drs. S. Darwinkel als griffier.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, Het lid van de voormelde kamer,

(S. Darwinkel) (R. den Ouden)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

Postbus 20303,

2500 EH Den Haag.

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht.

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.