Home

Gerechtshof Arnhem, 09-12-2008, BG7500, 08-00279

Gerechtshof Arnhem, 09-12-2008, BG7500, 08-00279

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
9 december 2008
Datum publicatie
18 december 2008
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2008:BG7500
Zaaknummer
08-00279

Inhoudsindicatie

Accijns.

Zaak Joustra. Verwijzingsprocedure HR 6 juni 2008, nr. 39536. Wijn voor persoonlijk gebruik is niet belast.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

eerste meervoudige belastingkamer

nummer 08/00279

uitspraakdatum: 9 december 2008

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : X

te : Z

verweerder : de inspecteur van de Belastingdienst/Douane te P (hierna: de Inspecteur)

aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar

betreft : het bedrag aan accijns dat door belanghebbende op aangifte is voldaan

nummer : 0000

mondelinge behandeling : op 25 november 2008 te Arnhem

waarbij verschenen : belanghebbende alsmede de Inspecteur

gronden:

1. Belanghebbende is van de uitspraak op bezwaar in beroep gekomen bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, dat die uitspraak heeft vernietigd en aan belanghebbende een teruggaaf heeft verleend van € 906 (ƒ 1.997). De staatssecretaris van Financiën heeft tegen de uitspraak van het Gerechtshof te

’s-Hertogenbosch beroep in cassatie ingesteld. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch incidenteel beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft bij arrest van 6 juni 2008, nr. 39.536 de uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van het arrest.

2. Partijen hebben ter zitting overeenstemming bereikt, inhoudende dat het bedrag aan accijns dat door belanghebbende op aangifte is voldaan moet worden verminderd met een bedrag van € 114.

3. Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen.

4. Voorts zijn partijen het erover eens geworden dat aan belanghebbende heffingsrente moet worden vergoed.

proceskosten:

Partijen zijn het erover eens dat belanghebbendes proceskosten voor de procedures bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch en het Hof zijn te stellen op € 240,28 respectievelijk € 436,65, in totaal € 676,93.

beslissing:

Het Gerechtshof:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak waarvan beroep;

- vermindert het bedrag aan accijns dat door belanghebbende op aangifte is voldaan tot € 792;

- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 676,93 en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

Aldus gedaan door mr. E. Polak, voorzitter, mr. R. den Ouden en mr. R.F.C. Spek, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. J.L.M. Egberts als griffier.

De beslissing is op 9 december 2008 in het openbaar uitgesproken.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, De voorzitter, namens deze

(J.L.M. Egberts) (R. den Ouden)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

Postbus 20303,

2500 EH Den Haag.

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.