Home

Gerechtshof Arnhem, 17-12-2008, BG9306, 07-00541

Gerechtshof Arnhem, 17-12-2008, BG9306, 07-00541

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
17 december 2008
Datum publicatie
9 januari 2009
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2008:BG9306
Zaaknummer
07-00541

Inhoudsindicatie

Algemeen.

Gemeente Arnhem vertoont bestuursorgaan-onwaardig gedrag door niet te verschijnen op de zittingen.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem

eerste meervoudige belastingkamer

nummer 07/00541

uitspraakdatum: 17 december 2008

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

appellant : de heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem (hierna: de Ambtenaar)

verweerder : X (hierna: belanghebbende)

te : Z

aangevallen beslissing : uitspraak van de Rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank) van 16 oktober 2007, nummer AWB 07/2242

betreft : aanslag onroerende-zaakbelasting over het jaar 2004

nummer : 01

onderzoek ter zitting : op 3 december 2008 te Arnhem

: waarbij partijen met kennisgeving aan het Hof niet zijn verschenen

gronden:

1. De Ambtenaar is door de griffier van het Hof uitgenodigd bij het onderzoek ter zitting aanwezig te zijn. De Ambtenaar is met kennisgeving aan het Hof niet verschenen. Ter zitting van de Rechtbank was hij evenmin verschenen. Het Hof is van oordeel dat van een heffingsambtenaar mag worden verwacht dat hij dan wel diens afgevaardigde ter zitting verschijnt, te meer nu het hoger beroep door hem is ingesteld.

2. De Ambtenaar heeft in hoger beroep aangevoerd dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding als bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).

3. Naar het oordeel van het Hof heeft de Rechtbank op goede gronden een juiste beslissing genomen.

4. Het hoger beroep van de Ambtenaar faalt.

proceskosten:

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb.

beslissing:

Het Gerechtshof

- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank, en

- verstaat dat van de gemeente Arnhem ter zake van het door de Ambtenaar ingestelde hoger beroep een griffierecht wordt geheven van € 428.

Aldus gedaan door de eerste meervoudige belastingkamer in de samenstelling van mr. J.A. Monsma, voorzitter, mr. R. den Ouden en mr. J. van de Merwe, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. C.E. te Brake.

De beslissing is op 17 december 2008 in het openbaar uitgesproken.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.

De griffier, De voorzitter,

(C.E. te Brake) (J.A. Monsma)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 18 december 2008

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

Postbus 20303,

2500 EH Den Haag.

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.