Home

Gerechtshof Arnhem, 15-04-2009, BI3299, 08-00295

Gerechtshof Arnhem, 15-04-2009, BI3299, 08-00295

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
15 april 2009
Datum publicatie
8 mei 2009
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2009:BI3299
Zaaknummer
08-00295

Inhoudsindicatie

Algemeen.

Toezegging door inspecteur aanslag te vernietigen leidt niet tot niet-ontvankelijkverklaring.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector belasting

nummer 08/00295

uitspraakdatum: 15 april 2009

uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

X te Z (hierna: belanghebbende),

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank) van 20 mei 2008, nummer AWB 07/3047, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/P (hierna: de Inspecteur).

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2002 een aanslag ziekenfondsverzekering zelfstandigen opgelegd naar grondslag van € 17.102.

1.2. Belanghebbende is in beroep gekomen. De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 20 mei 2008 niet-ontvankelijk verklaard.

1.3. Belanghebbende heeft bij faxbericht van 25 juni 2008, ingekomen op dezelfde datum, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 februari 2009 te Arnhem. Deze zaak is gezamenlijk behandeld met de zaken met nr. 08/00291, 08/00292, 08/00293 en 08/00294. Bij faxbericht van 18 februari 2009 heeft belanghebbendes gemachtigde, zijn vader te Z, aan het Hof meegedeeld dat hij noch belanghebbende bij de mondelinge behandeling aanwezig zal zijn. Bij het faxbericht is een pleitnota gevoegd. De Inspecteur is verschenen.

1.5. Ter zitting is een exemplaar van de pleitnota overgelegd aan de Inspecteur. De pleitnota wordt door het Hof tot de stukken van het geding gerekend. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2. Overwegingen

2.1. In het verweerschrift bij de Rechtbank heeft de Inspecteur aangegeven dat de onderhavige aanslag ten onrechte is opgelegd, dat deze aanslag volledig moet worden vernietigd, en dat een verminderingsbeschikking van deze aanslag via het computercentrum in Apeldoorn aan belanghebbende wordt verzonden. De Rechtbank heeft om die reden overwogen dat belanghebbende geen belang meer heeft bij de beroepsprocedure. De Rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

2.2. In hoger beroep heeft belanghebbende gesteld dat hem geen verminderingsbeschik¬king bekend is. De Inspecteur heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat de verminderingsbeschikking, met dagtekening 27 december 2007, aan belanghebbende is toegezonden, en dat de aanslag (daarmee) is vernietigd.

2.3. Nu omtrent de vernietiging van de aanslag geen duidelijkheid is verkregen, gaat het Hof zekerheidshalve zelf over tot vernietiging van deze aanslag. Om die reden dient de uitspraak van de rechtbank te worden vernietigd. Het Hof wijkt hiermee af van de benadering van de Hoge Raad, zoals onder meer neergelegd in HR 8 september 2006, nr. 41.568, BNB 2006/330), die erin bestaat dat door de enkele verklaring van de inspecteur dat een aanslag zal worden vernietigd, zonder dat dit reeds is geschied of daarover duidelijkheid bestaat, het belang aan een beroepsprocedure komt te ontvallen. Deze benadering zou immers meebrengen dat indien de inspecteur nadien zijn toezegging niet gestand doet, de belanghebbende tot afdwinging van de toezegging zich wederom tot de (burgerlijke) rechter dient te wenden. In het belang van een efficiënte afdoening van de onderhavige procedure gaat het Hof derhalve over tot vernietiging van de aanslag ziekenfondsverzekering zelfstandigen voor het jaar 2002.

3. Proceskosten

Het Hof ziet geen aanleiding voor een kostenveroordeling omdat niet is gesteld of gebleken dat belanghebbende in bezwaar of beroep kosten heeft gemaakt die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.

4. Beslissing

Het Gerechtshof:

– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank van 20 mei 2008;

– vernietigt de aanslag;

– gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het in verband met het hoger beroep bij het Gerechtshof betaalde griffierecht van € 107 vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan te Arnhem door mr. A.J.H. van Suilen, voorzitter, mr. J. Lamens en mr. J.A. Monsma, in tegenwoordigheid van mr. W.J.N.M. Snoijink als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 april 2009.

De griffier, De voorzitter,

(W.J.N.M. Snoijink) (A.J.H. van Suilen)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 16 april 2009

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

postbus 20303, 2500 EH Den Haag

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.