Home

Gerechtshof Arnhem, 06-10-2009, BK1112, 0800428

Gerechtshof Arnhem, 06-10-2009, BK1112, 0800428

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
6 oktober 2009
Datum publicatie
23 oktober 2009
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2009:BK1112
Zaaknummer
0800428

Inhoudsindicatie

Proceskosten.

Begrip verletkosten is ruimer dan alleen kosten wegens tijdverzuim in verband met een zitting.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector belastingrecht

nummer 08/00428

uitspraakdatum: 6 oktober 2009

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

Erven X (hierna: belanghebbenden)

tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 18 juli 2008, nummer AWB 08/153 WOZ AQ1A, in het geding tussen belanghebbenden

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Enschede (hierna:de Ambtenaar)

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1 De Ambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaken a-straat, b-straat 10 en 12 te Enschede (hierna; de objecten), per waardepeildatum 1 januari 2005 en naar de toestand op die datum, voor het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007, vastgesteld op respectievelijk € 118.000, € 150.000 en € 150.000.

1.2 Op het bezwaarschrift van belanghebbenden heeft de Ambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bij beschikking vastgestelde waarden van de objecten verminderd tot respectievelijk € 101.000, € 134.000 en € 134.000. Voorts heeft de Ambtenaar de door belanghebbenden gemaakte proceskosten op de voet van artikel 7:15, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) tot een bedrag van € 297,50 vergoed.

1.3 Belanghebbenden zijn tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Almelo (hierna: de Rechtbank) voorzover deze de hoogte van de toegekende proceskostenvergoeding betreffen. De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 18 juli 2008 ongegrond verklaard.

1.4 Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5 Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 juli 2009 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord A, namens de erven, alsmede de Ambtenaar.

1.7. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2. De vaststaande feiten

Het Hof stelt op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting de volgende feiten vast.

2.1 In het kader van de namens de erven te voeren bezwaarprocedure heeft genoemde

A woonachtig te Q, op 20 maart 2007 verlof opgenomen om de objecten en de in het taxatieverslag van de gemeente Enschede vermelde referentieobjecten te bezichtigen. Op 27 maart 2007 heeft hij verlof opgenomen om de taxatieverslagen ter zake van de objecten met de door hem ingeschakelde taxateur te bespreken.

2.2 Belanghebbenden hebben om vergoeding verzocht van de in verband met de behandeling van het tegen de WOZ-beschikkingen gerichte bezwaarschrift gemaakte kosten. Deze zijn in eerste aanleg en hoger beroep als volgt gespecificeerd:

- kosten van de taxatieverslagen B en C € 297,50

- reiskosten in verband met bezoek referentieobjecten en objecten

op basis openbaar vervoer € 38,10

- reiskosten in verband met bezoek taxateur € 38,10

- 2 keer een werkdag als verlet 16 uren à € 48,32 per uur € 773,82

Totaal € 1.146,82

De Ambtenaar heeft slechts de kosten van het opmaken van de taxatieverslagen door de taxateur ten bedrage van € 297,50 vergoed. De Rechtbank heeft de Ambtenaar in het gelijk gesteld.

3. Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1 In geschil is of van de onder 2.2 vermelde kosten slechts de kosten van het opmaken van de taxatieverslagen door de taxateur ten bedrage van € 297,50 behoren tot de voor vergoeding in aanmerking komende kosten, gelijk de Ambtenaar verdedigt, of dat alle onder 2.2. vermelde kosten daartoe behoren, gelijk belanghebbenden verdedigen.

3.2 Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4. Beoordeling van het geschil

4.1 A heeft onweersproken gesteld dat hij een verlofdag heeft opgenomen om ter plekke de objecten en de referentieobjecten te bezichtigen ten einde het nut van het laten uitvoeren van taxaties te beoordelen en een taxateur in te schakelen. Voort heeft hij een verlofdag opgenomen om de uitgebrachte taxatieverslagen te bespreken. Niet in geschil is dat A in verband daarmee op die dagen de geclaimde reiskosten heeft gemaakt.

4.2 De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 21 maart 2001, nr. 35 988, BNB 2001/235, ter zake van vergoeding van verletkosten als volgt overwogen:

“Het Hof heeft geoordeeld dat tot de voor vergoeding in aanmerking komende kosten niet behoort een vergoeding voor tijd besteed aan de door belanghebbende in zijn verzoekschrift genoemde activiteiten, zulks met uitzondering van de verletkosten in verband met de tweede taxatie en het overleg met de heffingsambtenaar naar aanleiding van die taxatie. Volgens de nota van Toelichting bij het Besluit proceskosten fiscale procedures zijn verletkosten kosten van tijdsverzuim voor bijvoorbeeld het persoonlijk bijwonen van een zitting, en gaat het dus niet om tijdsverzuim voor bijvoorbeeld het lezen van stukken. In het licht van deze toelichting geeft

’s Hofs oordeel geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.”

4.3 In de nota van Toelichting (Stb. 1993, 763) bij het thans geldende Besluit proceskosten bestuursrecht is een gelijkluidende definitie opgenomen van het begrip verletkosten.

4.4 Naar het oordeel van het Hof strookt het standpunt van de Ambtenaar dat alleen de kosten van de onderhavige taxatieverslagen voor vergoeding in aanmerking komen niet met dit arrest van de Hoge Raad. In het licht van dat arrest behoren de in verband met de taxatie en het overleg met de taxateur gemaakte verletkosten alsmede de daarmee verband houdende reiskosten tot de voor vergoeding in aanmerking komende kosten.

4.5 Gelet op het vorenoverwogene heeft de Ambtenaar het verzoek van belanghebbenden tot vergoeding van de kosten in bezwaar ten onrechte slechts toegewezen voor zover het de kosten van het opmaken van de taxatieverslagen door de taxateur ten bedrage van € 297,50 betreft. Tot de kosten die A in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken rekent het Hof 5 uur toe aan de bezichtiging van de objecten en de referentiepanden en 5 uur aan de bespreking van de taxatieverslagen. Het Hof wijst derhalve 10 uur aan verletkosten toe, ofwel € 48,32 x 10 = € 483,20.

4.6 Belanghebbenden hebben voorts een bedrag van € 76,20 (2 x € 38,10) aan reiskosten op basis van openbaar vervoer opgevoerd. Het verzoek tot vergoeding van deze kosten wijst het Hof eveneens toe. Het Hof stelt de kosten die belanghebbenden in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs hebben moeten maken in totaal op € 856,90.

slotsom

Op grond van het vorenstaande is het hoger beroep gegrond.

5. Kosten

Van de kosten die belanghebbenden in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs hebben moeten maken, dient de Ambtenaar nog € 856,90 -/- € 297,50 = € 559,40 te vergoeden.

Het Hof stelt de kosten die belanghebbenden in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs hebben moeten maken overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 31,50 (reiskosten) en 5 uur à € 53,09 = € 265,45 (verletkosten) voor de kosten in hoger beroep, ofwel in totaal op € 296,95.

Het totaal te vergoeden bedrag beloopt derhalve € 559,40 + € 296,95 = € 856,35.

6. Beslissing

Het Gerechtshof:

- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;

- verklaart het beroep bij de Rechtbank gegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar, doch uitsluitend voor zover deze betrekking hebben op de proceskosten;

- veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbenden tot een bedrag van € 856,35 te vergoeden door de gemeente Enschede, en

- gelast dat de gemeente Enschede aan belanghebbenden het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 39 in verband met het beroep bij de Rechtbank en € 107 in verband met het hoger beroep bij het Gerechtshof.

Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Ettema, voorzitter, mr. R. den Ouden en mr. R.A.V. Boxem, in tegenwoordigheid van mr. J.L.M. Egberts als griffier.

De beslissing is op 6 oktober 2009 in het openbaar uitgesproken.

De griffier, De voorzitter,

(J.L.M. Egberts) (C.M. Ettema)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

Postbus 20303,

2500 EH Den Haag.

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.