Gerechtshof Arnhem, 29-03-2011, BQ2160, 11-00200
Gerechtshof Arnhem, 29-03-2011, BQ2160, 11-00200
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem
- Datum uitspraak
- 29 maart 2011
- Datum publicatie
- 22 april 2011
- ECLI
- ECLI:NL:GHARN:2011:BQ2160
- Zaaknummer
- 11-00200
Inhoudsindicatie
Algemeen.
Hof verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken van een toereikende volmacht.
Uitspraak
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM
Sector belastingrecht
nummer 11/00200
Uitspraakdatum: 29 maart 2011
Derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
X (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 26 mei 2010, nummer 07/77 Rioolr, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Ermelo (hierna: de Ambtenaar).
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2006 een aanslag in het rioolrecht ad € 84,50 opgelegd voor het gebruik van een eigendom op het Bungalowpark A, gelegen aan de a-straat 1 te P. Belang-hebbende is lid van de Vereniging van Eigenaren Bungalowpark “A” (hierna: de VvE).
1.2. Het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag is door de Ambtenaar ongegrond ver-klaard.
1.3. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De Rechtbank Zutphen (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep ongegrond verklaard.
1.4. De VvE heeft hoger beroep ingesteld. De Ambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
1.5. De VvE heeft een nader stuk ingediend, gedateerd 4 januari 2011 en ingekomen bij het Hof op 7 januari 2011. Hiervan is een kopie doorgezonden aan de wederpartij.
1.6. Bij het onderzoek ter zitting op 19 januari 2011 te Arnhem is verschenen B bijgestaan door C. Tevens is de Ambtenaar verschenen.
1.7. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2. Ontvankelijkheid
2.1. Ingevolge artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan het Hof van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.
2.2. Het Hof heeft ter zitting opgemerkt dat weliswaar bij de Rechtbank een schriftelijke vol-macht is overgelegd, maar dat dit in hoger beroep niet is geschied. Genoemde volmacht is be-perkt tot het instellen van beroep bij de Rechtbank.
2.3. Bij brief van 18 februari 2011, ingekomen bij het Hof op 22 februari 2011, heeft de VvE een aantal volmachten ingestuurd, doch niet een volmacht van belanghebbende. Uit de stukken van het geding blijkt verder niet dat de VvE bevoegd is namens belanghebbende hoger beroep in te stellen.
2.4. Onder deze omstandigheden ziet het Hof geen reden aan te nemen dat sprake is van een door of namens belanghebbende ingesteld hoger beroep. Belanghebbende kan daarom niet in het hoger beroep worden ontvangen.
3. Beslissing
Het Hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gedaan door mr. B.F.A. van Huijgevoort, voorzitter, mr. C.M. Ettema en
mr. A.J.H. van Suilen in tegenwoordigheid van mr. J.H. Luggenhorst als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2011.
De griffier, De voorzitter,
(J.H. Luggenhorst) (B.F.A. van Huijgevoort)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
postbus 20303, 2500 EH Den Haag
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassa-tie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.