Home

Gerechtshof Arnhem, 14-02-2012, BV7056, 11/00121 en 11/00122

Gerechtshof Arnhem, 14-02-2012, BV7056, 11/00121 en 11/00122

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem
Datum uitspraak
14 februari 2012
Datum publicatie
28 februari 2012
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2012:BV7056
Zaaknummer
11/00121 en 11/00122

Inhoudsindicatie

Leges.

Overschrijding opbrengstlimiet. Verordening gemeente Vianen is onverbindend.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector belastingrecht

nummer 11/00121 en 11/00122

uitspraakdatum: 14 februari 2012

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

X B.V. te Z (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Utrecht van 24 november 2009, nummers SBR 08/2826 en SBR 08/2827, in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Vianen (hierna: de Ambtenaar).

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Aan belanghebbende is bij aanslagbiljet van 13 juli 2007 een bedrag van € 50.025,58 leges in rekening gebracht wegens het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase.

1.2. Aan belanghebbende is bij aanslagbiljet van 17 oktober 2007 een bedrag van € 39.068,33 leges in rekening gebracht wegens het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase.

1.3. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Ambtenaar de bezwaren afgewezen.

1.4. Belanghebbende is tegen voormelde uitspraken van de Ambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Utrecht (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5. Het beroepschrift tegen de uitspraak van de Rechtbank is op 4 januari 2010 ter griffie van het gerechtshof Amsterdam ingekomen.

1.6. De Ambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.7. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend, de Ambtenaar een conclusie van dupliek.

1.8. Het gerechtshof Amsterdam heeft de zaak ter verdere behandeling verwezen naar het gerechtshof Arnhem.

1.9. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 mei 2011 te Arnhem. Belanghebbende en de Ambtenaar zijn daar verschenen.

1.10. De Ambtenaar heeft nadere inlichtingen verstrekt bij brief van 7 juni 2011. Belanghebbende heeft daarop gereageerd bij brief van 2 juli 2011. Belanghebbende en de Ambtenaar hebben met dagtekening 12 juli 2011, respectievelijk 18 juli 2011 toestemming verleend om zonder nadere mondelinge behandeling te beslissen.

2. De vaststaande feiten

2.1. Belanghebbende, een bouwbedrijf, heeft bouwvergunningen eerste en tweede fase aangevraagd voor een bouwplan, “A”. Wegens het in behandeling nemen van deze aanvragen heeft de Ambtenaar de in geding zijnde aanslagen opgelegd. De Ambtenaar heeft de door belanghebbende ingediende bezwaren afgewezen.

2.2. De aanslagen zijn gebaseerd op de Herziene legesverordening Vianen 1998, zoals op 7 november 2006 gewijzigd door de Raad van de gemeente Vianen.

2.3. Bij zijn verweerschrift inzake het bij de Rechtbank ingestelde beroep heeft de Ambtenaar het volgende overzicht gevoegd:

“ Geraamde leges 2007

Kosten: baten:

Persoonsdocumenten € 67.145 Persoonsdocumenten € 53.507

Reisdocumenten € 137.666 Reisdocumenten € 132.116

Rijbewijzen € 45.071 Rijbewijzen € 45.872

Burgerlijke stand € 91.447 Burgerlijke stand € 17.631

Naturalisatie, naamswijziging, en vreemdelingenzaken € 31.334 Naturalisatie, naamswijziging, en vreemdelingenzaken € 22.312

vergunningen € 591.352 Vergunningen

inclusief drank & horeca

inclusief Algemene Plaatselijke Verordening € 829.514*

drank & horeca € 8.823

Algemene Plaatselijke Verordening € 93.500

preventie € 157.379 Preventie € 28.690

Parkeren € 9.282 Parkeren € 2.842

Totaal € 1.092.999** Totaal € 1.132.484

Kostendekkingspercentage geraamde leges 2007: € 1.092.999 : € 1.132.484 = 96,5 procent.

* dit bedrag b[l]eek achteraf te hoog geraamd; voor 2008 is het aangepast naar € 609.000.

** Exclusief lasten voor rioolaansluitvergunningen, inritvergunningen, begroting en rekeningen, GBA-kosten, beoordelen bodemonderzoeken, monumentvergunningen, archiefkosten, kadasterkosten en kosten inzake de Grootschalige basiskaart. ”

2.4. Ter zitting van de Rechtbank heeft belanghebbende gesteld dat de geraamde baten de geraamde lasten overtreffen en dat de Legesverordening om die reden onverbindend is.

2.5. Bij brief van 20 april 2009 schrijft de Ambtenaar aan de Rechtbank onder meer:

“ In de voorgaande versie van het overzicht kosten/baten leges 2007 blijkt een optelfout te zijn gemaakt; het totaal van de kosten is € 1.232.999, in plaats van € 1.092.999, . Ik bied u mijn excuses aan voor de verwarring die hierdoor is ontstaan.

Het overzicht is aangevuld met de ontbrekende posten en de optelfout is gecorrigeerd”

Een bijlage bij deze brief luidt als volgt:

“ Gecorrigeerd overzicht kosten/baten leges 2007

Kosten: baten:

Persoonsdocumenten € 67.145 Persoonsdocumenten € 53.507

Reisdocumenten € 137.666 Reisdocumenten € 132.116

Rijbewijzen € 45.071 Rijbewijzen € 45.872

Burgerlijke stand € 91.447 Burgerlijke stand € 17.631

Naturalisatie, naamswijziging, en vreemdelingenzaken € 31.334 Naturalisatie, naamswijziging, en vreemdelingenzaken € 22.312

Vergunningen € 591.352 Vergunningen

inclusief drank & horeca

inclusief Algemene Plaatselijke Verordening € 829.514*

drank & horeca € 8.823

Algemene Plaatselijke Verordening € 93.500

Preventie € 157.379 Preventie € 28.690

Parkeren € 9.282 Parkeren € 2.842

Rioolaansluitvergunningen P.M.

Inritvergunningen P.M.

Begroting en rekeningen € 16.000**

GBA, Verstrekken van inlichtingen € 19.752

Beoordelen bodemrapporten P.M.

Monumentenvergunning € 16.159

Archiefkosten P.M.

Kadasterkosten P.M.

Kosten grootschalige basiskaart P.M.

Kapvergunningen € 5.304

Btw € 2.680***

Totaal € 1.292.894 Totaal € 1.132.484

Kostendekkingspercentage geraamde leges 2007: € 1.132.484 : € 1.292.894 = 87,6 procent.

Van de P.M. posten zijn de specifieke uren niet bekend, waardoor het correct invullen van het bijbehorende bedrag niet mogelijk is.

De kapvergunning was in het vorige overzicht vergeten te vermelden.

* dit bedrag b[l]eek achteraf te hoog geraamd; voor 2008 is het aangepast naar € 609.000.

** De kosten van begroting, jaarrekening en bestuursrapportages waarschijnlijk wel, deze bedragen voor 2007 € 52.715, en € 4.225, en € 41.730, en 65.325, in totaal zo’n € 155.000. Deze moet je delen door het aantal uren en dan kom je op zo’n euro per uur uit. Er zitten ongeveer 16.000 uren in de berekening, dus het gaat nog om zo’n 16.000 euro.

*** btw over materialen/documenten bevolkingsregister (€ 2.200), materialen burgerlijke stand (€ 1.666), kosten voor huisnummering (€ 840), en Bouw en woningtoezicht diverse uitgaven (€ 6.292), en brandpreventie (€ 3.109). ”

2.6. Bij brief van 19 mei 2009 heeft belanghebbende gereageerd op het hiervoor bedoelde overzicht en van verschillende posten in twijfel getrokken of deze (tot de vermelde bedragen) kunnen worden aangemerkt als een “last ter zake” en betwist dat de opbrengsten op de juiste wijze zijn geraamd.

2.7. Bij brief van 24 juni 2009 geeft de Ambtenaar nadere inlichtingen. Naar aanleiding van opmerkingen in de hiervoor vermelde brief van 19 mei 2009 wijzigt hij het hiervoor onder 2.5 vermelde overzicht op negen onderdelen. Hij berekent thans de geraamde lasten op € 1.183.301 en de geraamde baten op € 1.110.172. Een van de wijzigingen betreft een ten onrechte door de Ambtenaar tot de lasten gerekend bedrag voor de “bijdrage Milieudienst Z.O. Utrecht” van € 13.190.

2.8. Bij brief van 15 juli 2009 betwist belanghebbende opnieuw dat bepaalde posten uit het overzicht kunnen worden aangemerkt als “lasten ter zake” en dat de opbrengsten op een juiste wijze zijn geraamd.

2.9. In het hogerberoepschrift wijst belanghebbende erop dat bij de raming van de baten ten onrechte is uitgegaan van de voor het voorafgaande jaar geldende tarieven. Hij stelt dat indien wordt uitgegaan van de tarieven van het onderhavige jaar de baten 23% hoger zijn. Dat leidt tot een verhoging van de geraamde baten met ruim € 225.000. Voorts stelt belanghebbende dat ten onrechte kosten in aanmerking zijn genomen voor toezicht vergunningen, voorlichting, huisnummering en controle inrichtingseisen, in totaal € 123.450. Nadat het overzicht op deze wijze is gecorrigeerd, overschrijden de geraamde baten de geraamde lasten met 26%, aldus belanghebbende.

2.10. In het verweerschrift betwist de Ambtenaar in algemene bewoordingen de door belanghebbende gestelde fouten in de ramingen.

2.11. Bij repliek betwist belanghebbende de door de Ambtenaar verstrekte gegevens bij gebrek aan inzicht. Belanghebbende wijst op de grote, onverklaarde verschillen tussen de als te ontvangen leges geraamde bedragen in de programmabegroting 2007, de programmarekening 2007 en de in deze procedure door de Ambtenaar bijgebrachte gegevens. Voorts betwist belanghebbende dat als “lasten ter zake” zijn aan te merken de posten werkgroepen, Bouw- en woningtoezicht diverse uitgaven, bestandbeheer door Financiële afdeling, Begroting en rekening, inlichtingen GBA, monumentenvergunning, kapvergunning, toezicht op vergunningen, voorlichting, huisnummering en controle inrichtingseisen.

2.12. In zijn conclusie van dupliek wijst de Ambtenaar erop dat de accountant de jaarrekening van de gemeente heeft goedgekeurd. Hij wijst erop dat de verschillen tussen programmabegroting en programmarekening kunnen worden verklaard. Voorts schrijft de Ambtenaar:

“ De kosten van begroting en rekening kunnen worden toegerekend. Het feit dat daar geen directe opbrengst tegenover staat wil niet zeggen dat die kosten via de leges worden verhaald. Bij de kostentoerekening is uitgegaan van de vooronderstelling dat de kosten moeten zijn opgeroepen door de dienstverlening. Daarbij worden ook kosten toegerekend die verband houden met inlichtingen¬verstrekkingen over specifieke vergunningaanvragen (bouwvergunningen, GBA, monumenten en kapvergunning). (…) Ook de kosten van toezicht, werkgroepen, BWT en bestandsbeheer zijn verhaalbaar. Kosten van toezicht betreffen hier namelijk de kosten van het controleren of voldaan is aan de gestelde vergunningvereisten, de zogenaamde eerste controle. (…) Kosten van werkgroepen, BWT (= bouw en woningtoezicht) en bestandsbeheer zijn kosten van materialen en automatisering, te maken met vergunningverlening en legesheffing. Ook die zijn verhaalbaar. (…) Ook de kosten van huisnummering worden door vergunningaanvraag opgeroepen en zijn verhaalbaar.”

2.13. In de pleitnota stelt belanghebbende zich op het standpunt dat kosten die verband houden met het verstrekken van inlichtingen voorafgaand aan een vergunningaanvraag niet kunnen worden verhaald, evenmin als de kosten van controle, anders dan eerste controle, van werkgroepen, bouw- en woningtoezicht en bestandsbeheer.

2.14. Bij brief van 7 juni 2011 verstrekt de Ambtenaar nadere inlichtingen en legt daarbij een herzien overzicht van baten en lasten over. Hij erkent dat de baten zijn gebaseerd op oude tarieven. De baten moeten daarom, aldus de Ambtenaar, worden bijgesteld met een indexering van 3%. De kosten van begroting en rekening houden verband met verstrekking van kopieën aan burgers en anderen. Voor zover kosten van inlichtingenverstrekking zijn toegerekend, betreft dit de specifieke behandeling van vragen omtrent bouwvergunningen. In de post Kosten van toezicht zijn geen kosten van handhaving begrepen. De post kosten van werkgroepen is ten onrechte opgenomen en wordt gecorrigeerd. De post kosten BWT zijn de kosten voor publicaties van bouwvergunningen in het huis-aan-huisblad en deze kosten zijn geheel verhaalbaar. De kosten van bestandsbeheer betreffen de kosten van legesheffing en dat zijn verhaalbare perceptiekosten. De kosten van huisnummering zijn ten onrechte opgenomen. De post GBA verstrekken van inlichtingen betreft het verstrekken van uittreksels uit de GBA waartegenover legesopbrengsten staan. De opbrengsten van monumentenvergunningen zijn verantwoord onder de post bouwvergunningen. De opbrengsten van kapvergunningen zijn verantwoord onder de post leges algemeen. In vorige overzichten was verzuimd de afgifte van parkeerkaarten voor gehandicapten mee te nemen. Dit alles leidt tot het volgende overzicht, waaruit een kostendekkendheid van 95,7% volgt:

Kosten en batenoverzicht leges Vianen

Lasten: baten:

Burgerlijke stand/vergunningen € 58.037 Burgerlijke stand/vergunningen € 55.112

Reisdocumenten € 137.666 Reisdocumenten € 136.079

Rijbewijzen € 45.071 Rijbewijzen € 47.248

Burgerlijke stand € 91.447 Burgerlijke stand € 18.160

Naturalisatie, naamswijziging, en vreemdelingenzaken 0 Naturalisatie, naamswijziging, en vreemdelingenzaken 0

Vergunningen € 538.109 Vergunningen

inclusief drank & horeca

inclusief Algemene Plaatselijke Verordening € 853.787

Drank & horeca € 8.823

Algemene Plaatselijke Verordening € 83.602

Preventie € 157.379 Preventie € 29.551

Parkeren € 2.652 Parkeren € 6.633

Rioolaansluitvergunningen P.M.

Inritvergunningen P.M.

Begroting en rekeningen € 16.000

GBA, Verstrekken van inlichtingen € 19.752

Beoordelen bodemrapporten P.M.

Monumentenvergunning € 16.160

Archiefkosten P.M.

Kadasterkosten P.M.

Kosten grootschalige basiskaart P.M.

Kapvergunningen € 5.304

BTW € 2.680

parkeerkaarten gehandicapten € 20.972 parkeerkaarten gehandicapten € 5.480

Totaal € 1.203.654 Totaal € 1.152.050

In de post “Vergunningen” is onder andere een bedrag van € 13.190 begrepen voor de “bijdrage Milieudienst Z.O. Utrecht”.

3. Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1. Tussen partijen is in geschil of de aanslagen terecht en tot het juiste bedrag zijn opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vragen of

1) de verordening en de tarieventabel op de juiste wijze zijn gepubliceerd,

2) het besluit waarbij de heffingsambtenaar is aangewezen terecht niet is gepubliceerd,

3) de verordening onverbindend is omdat

a) in de tarieventabel wordt verwezen naar niet-gepubliceerde NEN-normen,

b) de baten de lasten overtreffen indien zij op de juiste wijze worden geraamd, of

c) het tarief in casu leidt tot een willekeurige en onredelijke heffing,

4) ten onrechte leges voor het welstandsadvies in rekening zijn gebracht, althans ten onrechte de kosten van welstandsadvies zijn meegeteld,

5) de heffingsmaatstaf te hoog en ten onrechte door B&W is vastgesteld en

6) de kennisgevingen/aanslagbiljetten onvolledig zijn.

3.2. Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd, is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3. Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en gegrondverklaring van het beroep tegen de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de aanslag. De Ambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4. Beoordeling van het geschil

4.1. Belanghebbende heeft aan de orde gesteld of de in artikel 229b, eerste lid, van de Gemeentewet bedoelde geraamde baten de in dat artikel bedoelde “lasten ter zake” hebben overschreden. Alsdan dient de Ambtenaar inzicht te verschaffen in de desbetreffende ramingen. De Ambtenaar heeft daartoe de hiervoor onder 2.5 en 2.14 vermelde overzichten bijgebracht.

4.2. Vervolgens heeft belanghebbende ten aanzien van verschillende posten in de raming in twijfel getrokken of deze posten tot de vermelde bedragen kunnen worden aangemerkt als “lasten ter zake”. Ook heeft zij in twijfel getrokken of de baten juist zijn geraamd.

4.3. Het is dan aan de Ambtenaar nadere inlichtingen te verstrekken, teneinde naar vermogen deze twijfel weg te nemen. Daartoe heeft de Ambtenaar herhaaldelijk gewijzigde overzichten overgelegd, telkens omdat hij van mening was dat het eerder door hem opgestelde overzicht op onderdelen onjuist was.

4.4. Naar het oordeel van het Hof heeft de Ambtenaar met de bij zijn brief van 7 juni 2011 overgelegde gegevens niet alle punten van twijfel beantwoord. Integendeel: de nieuwe gegevens roepen weer nieuwe punten van twijfel op. Ook de omstandigheid dat bij herhaling overgelegde cijfers correctie behoefden doet twijfelen aan de thans overgelegde cijfers.

4.5. De Ambtenaar heeft de baten thans geraamd op een bedrag dat 3% hoger ligt dan de eerder door hem geraamde bedragen. Hij heeft evenwel geen inzicht gegeven in de wijze waarop die eerdere raming tot stand is gekomen. Als daarbij gebruik is gemaakt van schattingen van de aantallen verleende diensten, is geen inzicht gegeven in die schattingen. Voorts ontbreekt de post “leges algemeen”, waarnaar de Ambtenaar in zijn begeleidende brief verwijst. Eveneens ontbreekt een raming van leges die volgens de begeleidende brief worden ontvangen ter zake van uittreksels GBA. Ontvangsten die onder andere posten zijn opgenomen (monumentenvergunningen en kapvergunningen), zijn niet gespecificeerd. De Ambtenaar verklaart niet waarom de onder de lasten opgenomen post die voorheen “persoonsdocumenten” heette, nu wordt aangeduid als “Burgerlijke stand/vergunningen” en geeft niet aan wat de relatie is met de ook opgenomen posten “Burgerlijke stand” en “vergunningen”.

4.6. Wat betreft de kosten van vergunningen betwist belanghebbende dat terecht zijn opgenomen de kosten van “Bijdrage Milieudienst ZOU” van € 13.190. Dienaangaande heeft de Ambtenaar zich in zijn brief van 24 juni 2009 aan de Rechtbank uitdrukkelijk en ondubbelzinnig op het standpunt gesteld dat deze kosten ten onrechte in aanmerking zijn genomen. Het staat de Ambtenaar niet vrij zich nu weer op het standpunt te stellen dat deze kosten wel moeten worden meegenomen met de niet nader onderbouwde opmerking dat deze kosten niet zien op de milieuvergunning, maar op de milieuonderdelen van de bouwtoetsing. Deze kosten zijn dus ten onrechte als “kosten ter zake” vermeld.

4.7. Wat betreft de kosten van “Drank en horeca” heeft de Ambtenaar volstaan met de stelling dat het gaat om de eerste controle en dat die kosten deel mogen uitmaken van de lasten. Naar het oordeel van het Hof is die stelling zo algemeen en weinig specifiek dat de Ambtenaar daarmee onvoldoende inlichtingen heeft verstrekt om naar vermogen de bestaande twijfel daaromtrent weg te nemen.

4.8. Wat betreft de kosten van “Begroting en rekening” van € 16.000 heeft belanghebbende in haar conclusie van repliek gesteld dat (1) het opstellen daarvan in het algemeen belang geschiedt, (2) slechts de kosten van het ter beschikking stellen van een gedrukt of gekopieerd exemplaar “kosten ter zake” zijn, (3) dat ten onrechte geen baten zijn geraamd en (4) dat de kosten uit de losse pols zijn geraamd. In zijn conclusie van dupliek schrijft de Ambtenaar (zie ook het hiervoor onder 2.12 opgenomen citaat): “Het feit dat daar geen directe opbrengst tegenover staat wil niet zeggen dat die kosten via de leges worden verhaald.” In de nadere inlichtingen van 7 juni 2011 schrijft de Ambtenaar hierover: “Dit zijn bestuursproducten waarvan burgers en anderen een kopie kunnen krijgen of een abonnement op kunnen nemen. De kosten van die werkzaamheden zijn daarom verhaalbaar. De kosten maken GEEN onderdeel uit van het uurloon.” Naar het oordeel van het Hof zijn deze opmerkingen zo algemeen en weinig specifiek en bovendien zonder nadere toelichting die ontbreekt niet goed te begrijpen, dat de Ambtenaar daarmee onvoldoende inlichtingen heeft verstrekt om naar vermogen – de bestaande twijfel daaromtrent weg te nemen. Deze kosten zijn dus ten onrechte als “kosten ter zake” vermeld.

4.9. Alles afwegende is het Hof van oordeel dat de Ambtenaar niet heeft voldaan aan de verplichting nadere inlichtingen te verstrekken, teneinde naar vermogen de twijfel weg te nemen. De verstrekte inlichtingen zijn onvoldoende onderbouwd om op voldoende betrouwbare wijze inzicht te verschaffen in de geraamde baten en de geraamde lasten ter zake. Onder deze omstandigheden is het Hof van oordeel dat de Verordening in haar geheel onverbindend is.

4.10. Gelet op het vorenoverwogene is het gelijk aan belanghebbende. De overige grieven van belanghebbende behoeven geen behandeling. Het Hof zal de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken op bezwaar en de aanslagen vernietigen.

5. Kosten

Het Hof ziet aanleiding de Ambtenaar te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep voor de Rechtbank en het hoger beroep voor het Hof redelijkerwijs heeft moeten maken. Gelet op artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht komen hiervoor in aanmerking de door belanghebbende gemaakte kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Het Hof stelt deze kosten overeenkomstig de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op 2½ punten (beroepschrift, verschijnen ter zitting, schriftelijke inlichtingen) × 1 (gewicht van de zaak) × € 322, ofwel op € 805 voor de behandeling van het beroep voor de Rechtbank en op 2½ punten (beroepschrift, verschijnen ter zitting, schriftelijke inlichtingen) × 1 (gewicht van de zaak) × € 437, ofwel op € 1.092,50 voor de behandeling van het hoger beroep voor het Hof. Tezamen is dat € 1.897,50. Niet gesteld of gebleken is dat andere voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn gemaakt.

6. Beslissing

Het Hof:

- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;

- verklaart het beroep bij de Rechtbank gegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar;

- vernietigt de aanslagen;

- veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een beloop van € 1.897,50; en

- gelast de gemeente Vianen het griffierecht ad (€ 576 (2 x € 288) + € 447 =) € 1.023 aan belanghebbende te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mrs. J. van de Merwe, voorzitter, J.A. Monsma en R.F.C. Spek, in tegenwoordigheid van mr. J.L.M. Egberts als griffier.

De beslissing is op 14 februari 2012 in het openbaar uitgesproken.

De griffier, De voorzitter,

(J.L.M. Egberts) (J. van de Merwe)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

Postbus 20303,

2500 EH Den Haag.

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.