Gerechtshof Den Haag, 23-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1480, BK-11/00881 en 11/00882
Gerechtshof Den Haag, 23-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1480, BK-11/00881 en 11/00882
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 april 2013
- Datum publicatie
- 9 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:1480
- Zaaknummer
- BK-11/00881 en 11/00882
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. De inspecteur heeft geen feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt die de conclusie kunnen dragen dat belanghebbende dan wel haar echtgenoot voordelen uit aanmerkelijk belang en uit sparen en beleggen hebben genoten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-11/00881 en 11/00882
Uitspraak d.d. 23 april 2013
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond, de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage (thans rechtbank Den Haag) van 12 oktober 2011, nummers AWB 11/586 IB/PVV en 11/587 ZVW, betreffende na te vermelden aanslagen.
Aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2007 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (de aanslag IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 6.536, en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 200.000. Voorts is aan belanghebbende voor het jaar 2007 aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (de aanslag ZVW) opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 7.962.
1.2. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren afgewezen.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslag IB/PVV verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 6.370 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil, de aanslag ZVW verminderd tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 7.796, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 1.310 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 gelast.