Home

Gerechtshof Den Haag, 15-05-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1532, BK-10-00028 en BK-10-00029

Gerechtshof Den Haag, 15-05-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1532, BK-10-00028 en BK-10-00029

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
15 mei 2013
Datum publicatie
23 augustus 2013
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:1532
Formele relaties
Zaaknummer
BK-10-00028 en BK-10-00029

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Navordering. Exploitatie prostitutiepanden. Geen inkomsten uit vermogen, maar winst uit onderneming. Nieuw feit aanwezig. Omkering en verzwaring bewijslast. Sprake van redelijke schatting. Beroep op vertrouwensbeginsel faalt.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-10/00028 en BK-10/00029

Uitspraak d.d. 15 mei 2013

in het geding tussen:

[X] te [Z], [land 1], belanghebbende,

en

de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Haaglanden thans de Directeur van de Belastingdienst/Haaglanden, de Inspecteur,

inzake het hoger beroep van belanghebbende, tegen de uitspraken van de rechtbank ’s-Gravenhage (thans de rechtbank Den Haag) van 24 november 2009, nrs. AWB 07/8379 IB/PVV en AWB 07/8380 IB/PVV, betreffende na te noemen navorderingsaanslagen.

Aanslagen, navorderingsaanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Aan belanghebbende is door de Inspecteur op 20 maart 2001 voor het jaar 1999 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 335.706 en op 27 februari 2002 naar een belastbaar inkomen van ƒ 311.119 voor het jaar 2000. Vervolgens heeft de Inspecteur aan belanghebbende een navorderingsaanslag voor het jaar 1999 opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 1.859.131 en een navorderingsaanslag voor het jaar 2000 naar een belastbaar inkomen van ƒ 1.852.569.

1.2. De Inspecteur heeft bij de uitspraken op bezwaar de navorderingsaanslag over het jaar 1999 verminderd tot een naar een belastbaar inkomen van ƒ 620.731 en de navorderingaanslag over het jaar 2000 tot een naar een belastbaar inkomen van ƒ 614.169.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen bij in één geschrift vervatte uitspraken ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing