Gerechtshof Den Haag, 22-05-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1562, BK-12/00338
Gerechtshof Den Haag, 22-05-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1562, BK-12/00338
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 22 mei 2013
- Datum publicatie
- 9 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:1562
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BV9714, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-12/00338
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslagen loonheffingen. Terecht loonheffing nageheven in verband met het onbelast verstrekken van hotelbonnen aan werknemers die 5 of 10 jaar in dienst zijn. Ten onrechte loonheffing nageheven in verband met het langer dan twee jaar verstrekken van een vergoeding voor kosten van dubbele huisvesting aan één werknemer. Boete wordt vernietigd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-12/00338
Uitspraak d.d. 22 mei 2012
in het geding tussen:
[X] B.V., gevestigd te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst/Haaglanden, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage (thans: rechtbank Den Haag) van 8 maart 2012, nummer 11/4692, betreffende na te vermelden aanslag en beschikking.
Naheffingsaanslag, vergrijpboete, heffingsrente, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is over het tijdvak 12 januari 2009 tot en met 31 december 2009 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 30.278.
De Inspecteur heeft daarbij bij beschikking aan belanghebbende op de voet van artikel 67f, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) een vergrijpboete opgelegd van € 2.515 en bij beschikking € 857 heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar gedeeltelijk toegewezen en heeft hij de naheffingsaanslag verminderd tot € 28.836, de vergrijpboete gehandhaafd en de in rekening gebrachte heffingsrente verminderd met € 40.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot
€ 25.154, de vergrijpboete vernietigd, de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig verminderd en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 302 gelast.
Loop van het geding in hoger beroep
2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van € 466. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en heeft daarbij tevens incidenteel hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft het incidenteel ingestelde hoger beroep beantwoord.
2.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van
10 april 2013, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Vaststaande feiten
Op grond van de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde gaat het Hof in hoger beroep uit van de volgende door de rechtbank onder 1 tot en met 5 van haar uitspraak vermelde feiten, waarbij de rechtbank belanghebbende als eiseres en de Inspecteur als verweerder heeft aangeduid:
“1. (…) Eiseres stelt projectmanagers ter beschikking voor IT-gerelateerde projecten. Het werk door de managers wordt doorgaans uitgevoerd bij de klant en deze bepaalt welke van zijn locaties daarvoor het meest geschikt is. De duur van de opdrachten varieert, maar is gemiddeld negen maanden.
Op 23 augustus 2010 is bij eiseres een boekenonderzoek ingesteld. Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen over het jaar 2009. De bevindingen zijn neergelegd in een rapport van 25 januari 2011, waarvan een afschrift tot de gedingstukken behoort.
Het rapport vermeldt onder meer de volgende bevindingen: