Home

Gerechtshof Den Haag, 04-06-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1785, BK-12/00377

Gerechtshof Den Haag, 04-06-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1785, BK-12/00377

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
4 juni 2013
Datum publicatie
5 augustus 2013
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:1785
Formele relaties
Zaaknummer
BK-12/00377

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Belanghebbende was in het jaar 2007 als managing director in dienstbetrekking werkzaam bij een in Nederland gevestigde dochtervennootschap van een Zweedse moedermaatschappij. In geschil is of het door belanghebbende ter zake van de uitoefening van het optierecht genoten voordeel bij de vaststelling van de aanslag en na beroep tot het juiste bedrag in aanmerking is genomen zoals door de inspecteur wordt verdedigd en door belanghebbende wordt betwist.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team belastingrecht

meervoudige kamer

Nummer BK-12/00377

Uitspraak van 4 juni 2013

in het geding tussen:

[X], wonende te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst Haaglanden, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage (thans rechtbank Den Haag) van 21 maart 2012, nummer AWB 11/4612, betreffende na te vermelden aanslag en beschikking.

Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd voor het jaar 2007 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 424.373 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 18.619, en - bij gelijktijdig genomen beschikking - een bedrag van € 6.400 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de aanslag en de beschikking afgewezen.

1.4. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft (bij op 17 april 2012 gerectificeerde uitspraak) het volgende beslist, waarbij de rechtbank belanghebbende als eiser en de Inspecteur als verweerder heeft aangeduid:

“- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de aanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 423.160;

- vermindert de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;

- veroordeelt verweerder de proceskosten tot een bedrag van € 874 aan eiser te voldoen;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 41 aan eiser te vergoeden”

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing