Gerechtshof Den Haag, 26-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1798, BK-11/00951
Gerechtshof Den Haag, 26-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1798, BK-11/00951
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 april 2013
- Datum publicatie
- 23 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:1798
- Formele relaties
- Na verwijzing door: ECLI:NL:HR:2011:BU6516
- Zaaknummer
- BK-11/00951
Inhoudsindicatie
KBL-zaak. Verwijzingszaak HR 2 december 2011, nr. 11/01416. Ter zitting heeft belanghebbende verklaard alsnog met de inspecteur van opvatting te zijn dat de verhogingen over de jaren 1992 t/m 1994 moeten worden vastgesteld op 64 percent van de belasting zoals die door het Gerechtshof Amsterdam is vastgesteld en dat de overige verhogingen en de boeten moeten vervallen.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-11/00951
Uitspraak van 26 april 2013
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Amsterdam (dan wel Holland-Noord), de Inspecteur,
op het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Inspecteur betreffende de hierna vermelde navorderingsaanslagen en beschikkingen.
Navorderingsaanslagen, kwijtscheldingsbesluiten, boetebeschikkingen en bezwaar
1.1.1. Aan belanghebbende zijn over de jaren 1992 tot en met 1998 navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van 100 percent van de belasting/premie, van welke verhoging geen kwijtschelding is verleend.
1.1.2. Aan belanghebbende zijn over de jaren 1999 en 2000 navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting opgelegd en bij beschikkingen boeten van 100 percent.
1.2. De navorderingsaanslagen, de kwijtscheldingsbesluiten en de boetebeschikkingen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.