Gerechtshof Den Haag, 26-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1806, BK-12/00339
Gerechtshof Den Haag, 26-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1806, BK-12/00339
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 april 2013
- Datum publicatie
- 26 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:1806
- Formele relaties
- Na verwijzing door: ECLI:NL:HR:2012:BW0933
- Zaaknummer
- BK-12/00339
Inhoudsindicatie
KBL-zaak. Verwijzingszaak HR 6 april 2012, nr. 11/01392. De inspecteur heeft te kennen gegeven dat naar maatstaven van boeterecht het van hem te verlangen bewijs niet is te leveren en heeft zich daarom alsnog verenigd met het standpunt van belanghebbende dat de verhogingen en de boete moeten vervallen.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-12/00339
Uitspraak van 26 april 2013
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Amsterdam (dan wel Holland-Noord), de Inspecteur,
op het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Inspecteur betreffende de hierna vermelde navorderingsaanslagen en beschikkingen.
Navorderingsaanslagen, kwijtscheldingsbesluiten, boetebeschikking en bezwaar
1.1.1. Aan belanghebbende zijn over de jaren 1991 tot en met 1998 navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van 100 percent van de belasting, van welke verhoging geen kwijtschelding is verleend.
1.1.2. Aan belanghebbende is over het jaar 1999 een navorderingsaanslag in de vermogensbelasting opgelegd en bij beschikking een boete van 100 percent.
1.2. De navorderingsaanslagen, de kwijtscheldingsbesluiten en de boetebeschikking zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.