Gerechtshof Den Haag, 26-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1809, BK-12/00389
Gerechtshof Den Haag, 26-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1809, BK-12/00389
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 april 2013
- Datum publicatie
- 26 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:1809
- Formele relaties
- Na verwijzing door: ECLI:NL:HR:2012:BW1967
- Zaaknummer
- BK-12/00389
Inhoudsindicatie
KBL-zaak. Verwijzingszaak HR 13 april 2012, nr. 11/01441. De inspecteur heeft te kennen gegeven dat naar maatstaven van boeterecht het van hem te verlangen bewijs niet is te leveren en heeft zich daarom alsnog verenigd met het standpunt van belanghebbende dat de verhogingen en de boeten moeten vervallen.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-12/00389
Uitspraak van 26 april 2013
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Amsterdam (dan wel Holland-Noord), de Inspecteur,
op het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Inspecteur betreffende de hierna vermelde navorderingsaanslagen en beschikkingen.
Navorderingsaanslagen, kwijtscheldingsbesluiten, boetebeschikkingen en bezwaar
1.1.1. Aan belanghebbende zijn over de jaren 1990 tot en met 1997 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging (jaren 1990 en 1997), van welke verhoging geen kwijtschelding is verleend.
1.1.2. Aan belanghebbende zijn over de jaren 1998 tot en met 2000 navorderingsaanslagen in de IB/PVV opgelegd en bij beschikkingen boeten.
1.2. De navorderingsaanslagen, de kwijtscheldingsbesluiten en de boetebeschikkingen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.