Home

Gerechtshof Den Haag, 07-08-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3121, BK-13/00156 en 13/00157

Gerechtshof Den Haag, 07-08-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3121, BK-13/00156 en 13/00157

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
7 augustus 2013
Datum publicatie
14 augustus 2013
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:3121
Formele relaties
Zaaknummer
BK-13/00156 en 13/00157

Inhoudsindicatie

Loonbelasting. Belanghebbende oefent een zogenoemd payrollbedrijf (salariëringsbedrijf) uit. In het kader van een boekenonderzoek bij belanghebbende voert de inspecteur derdenonderzoeken uit bij de inleners c.q. opdrachtgevers van belanghebbende. Uit het onderzoek is gebleken dat de feitelijke aantallen gewerkte uren bij de inleners volgens de padregistratie niet overeenstemmen met het aantal verloonde uren op de facturen die door belanghebbende aan de inleners zijn uitgereikt. De aantallen uren van de padregistraties van de inleners zijn hoger dan de aantallen uren die belanghebbende in haar loonadministratie heeft verantwoord. Diverse arbeidskrachten hebben verklaard naast hun door belanghebbende verloond en bancair uitbetaald nettoloon, niet verloonde uren contant zwart uitbetaald te hebben gekregen. In geschil is of belanghebbende inhoudingsplichtig is voor het aantal niet verloonde, zwart aan arbeidskrachten uitbetaalde uren, die het verschil vormen tussen de uren die blijken uit de padregistraties en de uren die blijken uit de urenstaten afkomstig van de uitzendbureaus en in de loonadministratie van belanghebbende zijn opgenomen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

nummers BK-13/00156 en 13/00157

meervoudige kamer

Uitspraak van 7 augustus 2013

in het geding tussen:

[X] B.V. te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst Rijnmond, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 14 december 2012, nummers AWB 12/4495 en 12/4497, betreffende de hierna vermelde naheffingsaanslagen en beschikking.

Naheffingsaanslagen, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Aan belanghebbende zijn voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 en voor het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 17 juli 2011 naheffingsaanslagen in de loonbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd en is met betrekking tot de naheffingsaanslag voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bij gelijktijdig genomen beschikking heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de aanslagen en de beschikking gehandhaafd.

1.3. Tegen de uitspraak van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 310 is geheven.

1.4. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar, de naheffingsaanslagen en de rentebeschikking vernietigd; de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 874, te betalen aan belanghebbende, en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 310 aan belanghebbende te vergoeden.

Geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de rechtbank

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing