Gerechtshof Den Haag, 13-08-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3129, BK-12/00663
Gerechtshof Den Haag, 13-08-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3129, BK-12/00663
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 13 augustus 2013
- Datum publicatie
- 14 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:3129
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BX1324, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:835, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-12/00663
Inhoudsindicatie
Wet WOZ. De ouders van belanghebbende waren gehuwd in gemeenschap van goederen. Door het overlijden van belanghebbendes moeder verkreeg belanghebbendes vader alle goederen van de nalatenschap waaronder de woning. Belanghebbende verzoekt om een belanghebbendenbeschikking als bedoeld in art. 26 Wet WOZ. Zowel art. 26 als art. 28 Wet WOZ biedt geen grond een belanghebbendenbeschikking ingevolge die wet te verstrekken aan belanghebbende. Belanghebbende beroept zich op art. 26a, lid 2, AWR.
Voor zover sprake is van een WOZ-waardebeschikking en onroerendezaakbelasting is geen inkomens- of vermogensbestanddeel van belanghebbende begrepen in het voorwerp van de belasting. Belanghebbende is immers geen (mede)gerechtigde tot de woning. Het door enige belasting getroffen vermogensbestanddeel is zijn vordering op zijn vader. Voor zover sprake is van een aanslag op grond van de Successiewet 1956 is belanghebbende degene aan wie de aanslag zal worden opgelegd en staat voor hem bezwaar en beroep open. Het beroep van belanghebbende stuit af op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-12/00663
Uitspraak d.d. 13 augustus 2013
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Delft, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank van 28 juni 2012, nummer AWB 12/1816, betreffende na te vermelden beschikking.
Beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Bij brief van 7 oktober 2011 heeft belanghebbende verzocht de afgifte van een belanghebbendenbeschikking, als bedoeld in artikel 26 van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) voor het jaar 2011 voor de onroerende zaak plaatselijk bekend als [a-straat 1] en [a-straat 2] te [Z] (de woning).
1.2. Bij beschikking van 8 november 2011 heeft de Inspecteur dit verzoek afgewezen.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de beschikking bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 19 januari 2012 heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.
1.4. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht is geheven van € 42. De rechtbank heeft naar het Hof begrijpt het beroep ongegrond verklaard.