Home

Gerechtshof Den Haag, 28-06-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3193, 12-00460 en 12-00461

Gerechtshof Den Haag, 28-06-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3193, 12-00460 en 12-00461

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
28 juni 2013
Datum publicatie
19 augustus 2013
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:3193
Zaaknummer
12-00460 en 12-00461

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Belanghebbende houdt twee christelijke basisscholen in stand. Haar primaire activiteiten bestaan in het verstrekken van onderwijs en zijn uit dien hoofde vrijgesteld van omzetbelasting. Van 1 december 2009 tot 1 januari 2011 heeft belanghebbende de directeur van een van haar scholen gedetacheerd bij een andere christelijke basisschool, die in stand wordt gehouden door Vereniging A. De detachering is te kwalificeren als een nauw met het onderwijs samenhangende activiteit en daarom, net als de onderwijsverstrekking zelf, te rangschikken onder de onderwijsvrijstelling.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

nummers BK-12/00460 en BK-12/00461

meervoudige kamer

Uitspraak van 28 juni 2013

in het geding tussen:

Vereniging [X] (thans: Vereniging [Y]), statutair gevestigd te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst Rijnmond (kantoor [P]), de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 april 2012, nummers AWB 11/5030 en 11/5031, betreffende de hierna vermelde aangiften.

Aangiften, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de bedragen aan omzetbelasting, groot € 3.677 en € 1.451, die zij op de aangiften over het derde en vierde kwartaal van het jaar 2010 heeft voldaan.

1.2. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de op aangifte voldane bedragen gehandhaafd.

1.3. Tegen de uitspraken van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 302 is geheven.

1.4. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

Geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 466 is geheven.

2.2. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 21 juni 2013, gehouden te Den Haag. De Inspecteur is verschenen. Namens belanghebbende is niemand verschenen.

2.4. De gemachtigde van belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 6 mei 2013 aan de gemachtigde op het adres [a-straat 1] te [Q], onder vermelding van plaats en tijdstip uitgenodigd op de zitting te verschijnen. Blijkens op de internetsite van Post NL ingewonnen informatie is de brief op 7 mei 2013 uitgereikt door Post NL op vorenvermeld adres.

Vaststaande feiten

Oordeel van de rechtbank

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierechten

Beslissing