Home

Gerechtshof Den Haag, 24-07-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3270, BK-12-00360 en BK-12-00361

Gerechtshof Den Haag, 24-07-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3270, BK-12-00360 en BK-12-00361

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
24 juli 2013
Datum publicatie
9 september 2013
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:3270
Zaaknummer
BK-12-00360 en BK-12-00361

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Privégebruik auto van de zaak. Schending gelijkheidsbeginsel. De correctie ten aanzien van de in mindering gebrachte eigen bijdrage kan niet in stand blijven.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-12/00360 en BK-12/00361

Uitspraak d.d. 24 juli 2013

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst/Haaglanden, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank

’s-Gravenhage van 6 maart 2012, nummers AWB 11/8536 IB/PVV en AWB 11/8537 IB/PVV betreffende de hierna vermelde aanslagen en beschikkingen.

Aanslagen, boetebeschikkingen, beschikkingen heffingsrente, bezwaren en geding in eerste aanleg

2004

1.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2004 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 77.798 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 15.383, alsmede bij beschikking een boete van € 3.350. Voorts is bij beschikking € 1.244 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 13 oktober 2011 de aanslag en beschikking heffingsrente gehandhaafd. De boetebeschikking is vernietigd.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar bij brief van 7 november 2011, ontvangen door de rechtbank op 9 november 2011, beroep ingesteld.

2005

1.4. De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2005 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 58.549, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 133.333 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.328, alsmede bij beschikking een boete van € 841. Voorts is bij beschikking € 244 aan heffingsrente vergoed.

1.5. De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 13 oktober 2011 de aanslag en beschikking heffingsrente gehandhaafd. De boetebeschikking is vernietigd.

1.6. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar bij brief van 7 november 2011, ontvangen door de rechtbank op 9 november 2011, beroep ingesteld.

Beide jaren

1.7. De rechtbank heeft bij de bestreden uitspraken de beroepen ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de rechtbank hoger beroep ingesteld. Van belanghebbende is voor de behandeling van de zaken in hoger beroep een griffierecht geheven van € 115. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.2. De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 9 januari 2013, gehouden te Den Haag. Aldaar zijn beide partijen verschenen.

2.3. Het Hof heeft naar aanleiding van het ter zitting verhandelde het vooronderzoek heropend.

2.4. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

2.5. Bij brief van 18 januari 2013 heeft het Hof de Inspecteur verzocht voor 15 februari 2013 nadere stukken te overleggen. Bij brief van 19 februari 2013 heeft het Hof de Inspecteur een herinnering gestuurd en verzocht de gevraagde inlichtingen en/of stukken voor 5 maart 2013 te verstrekken.

2.6. Bij brief van 4 maart 2013 heeft de Inspecteur inlichtingen en stukken verstrekt. Deze stukken zijn vervolgens bij brief van 8 maart 2013 aan belanghebbende verstrekt met de gelegenheid hierop te reageren uiterlijk op 22 maart 2013. Belanghebbende heeft gereageerd bij brief van 22 maart 2013, welke reactie aan de Inspecteur is gezonden.

2.7. Het Hof heeft de Inspecteur bij brief van 27 maart 2013 bericht dat niet alle gevraagde informatie is verstrekt en in dat kader nadere vragen gesteld. Bij brief van 3 mei 2013 heeft het Hof de Inspecteur een laatste gelegenheid gegeven de gevraagde inlichtingen te verstrekken en een uiterste termijn gegeven tot 15 mei 2013. De Inspecteur heeft hierop niet binnen de gestelde termijn gereageerd. Bij brief van 29 mei 2013 heeft de Inspecteur bericht dat hij geen nadere informatie zal verstrekken dan hij tot dat moment heeft gedaan. Een afschrift hiervan is gezonden aan belanghebbende. Deze heeft gereageerd bij brief van 12 juni 2013.

2.8. Bij brieven van 18 juni 2013 heeft het Hof partijen gevraagd om binnen een week het Hof te berichten of prijs wordt gesteld op een nadere mondelinge behandeling. Beide partijen hebben vervolgens het Hof schriftelijk bericht af te zien van een nadere mondelinge behandeling.

2.9. Het Hof heeft vervolgens het vooronderzoek gesloten.

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing