Home

Gerechtshof Den Haag, 04-09-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3272, BK-12-00075

Gerechtshof Den Haag, 04-09-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3272, BK-12-00075

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
4 september 2013
Datum publicatie
5 september 2013
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:3272
Formele relaties
Zaaknummer
BK-12-00075

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Partneralimentatie. Levensonderhoud kinderen onder de 30. De betalingen aan de ex-echtgenote vloeien rechtstreeks voort uit het familierecht en dienen derhalve in aftrek te komen als uitgaven voor onderhoudsverplichtingen in de zin van art. 6.1, tweede lid, Wet IB 2001. Belanghebbende heeft ter zake van de persoonsgebonden aftrek levensonderhoud kinderen jonger dan 30 jaar niet aan zijn bewijslast voldaan. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die leiden tot de conclusie dat belanghebbende zich redelijkerwijs gedrongen heeft kunnen voelen tot het doen van de gestelde uitgaven. Beroep op in rechte te beschermen vertrouwen faalt. Verzoek om immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt niet gehonoreerd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-12/00075

Uitspraak d.d. 4 september 2013

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst Haaglanden, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende en het incidenteel hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 december 2011, nummer AWB 11/5093 IB/PVV, betreffende na te vermelden aanslag.

Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2007 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.697. Bij gelijktijdig genomen beschikking is € 496 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. Bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 9 mei 2011 heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar, welk bezwaar op 13 augustus 2010 is ontvangen, afgewezen.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd, de belastingaanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.817 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 gelast.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing