Home

Gerechtshof Den Haag, 14-06-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4072, BK-12-00531.en.12-00532.su.hb.mb

Gerechtshof Den Haag, 14-06-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4072, BK-12-00531.en.12-00532.su.hb.mb

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
14 juni 2013
Datum publicatie
3 maart 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:4072
Zaaknummer
BK-12-00531.en.12-00532.su.hb.mb

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Waarde monumentale woonboerderij.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-12/00531 en BK-12/00532

Uitspraak d.d. 14 juni 2013

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Leidschendam-Voorburg, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 juni 2012, nummersAWB 12/973 en AWB 12/974, betreffende na te vermelden beschikkingen en aanslagen.

Beschikkingen, aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Bij beschikkingen als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) is de waarde van de onroerende zaken, plaatselijk bekend als [a-straat 1] en [a-straat 1A] te [Z] (hierna: de woningen en ieder afzonderlijk de woning 1 en de woning 1A) en [a-straat 1B] (hierna: het weiland), vastgesteld op € 1.058.000, respectievelijk € 967.000 en € 48.000 per 1 januari 2010 (hierna: de waardepeildatum). Deze beschikkingen gelden voor het kalenderjaar 2011.

1.2. Aan belanghebbende zijn voor het jaar 2011, wegens het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woningen en het weiland, aanslagen opgelegd in de onroerendezaakbelasting van de gemeente Leidschendam-Voorburg naar een heffingsmaatstaf van € 1.058.000, respetievelijk € 967.000 en € 48.000.

1.3. Het aanslagbiljet waaruit van de vorenvermelde beschikkingen en aanslagen blijkt, is gedagtekend 31 januari 2011.

1.4. Belanghebbende heeft tegen de beschikkingen en de aanslagen bezwaar gemaakt. Bij in een geschrift, gedateerd 23 december 2011, vervatte uitspraken heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.

1.5. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. In verband hiermee is een griffierecht geheven van in totaal € 41. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de beschikkingen aldus gewijzigd dat de vastgestelde waarde voor woning 1 wordt verminderd tot € 950.000, de vastgestelde waarde voor woning 1A wordt verminderd tot € 870.000 en de vastgestelde waarde voor het weiland wordt verminderd tot € 36.000, de aanslagen onroerendezaakbelastingen verminderd tot aanslagen berekend naar een waarde van € 950.000 respectievelijk € 870.000 en € 36.000 en bepaald dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 41 aan belanghebbende te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing