Gerechtshof Den Haag, 22-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4075, BK-12/00435 en BK-12/00436
Gerechtshof Den Haag, 22-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4075, BK-12/00435 en BK-12/00436
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 22 april 2013
- Datum publicatie
- 22 november 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:4075
- Zaaknummer
- BK-12/00435 en BK-12/00436
Inhoudsindicatie
Wet WOZ. Waarde tusseneengezinswoningen niet te hoog vastgesteld.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-12/00435 en BK-12/00436
Uitspraak van 22 april 2013
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 april 2012, nummers AWB 11/8358 en 11/8409, betreffende de hierna vermelde beschikkingen en aanslagen.
Beschikkingen, aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Bij beschikkingen als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) is de waarde van de onroerende zaken, plaatselijk bekend als [a-straat 1] te [Z] en [b-straat 1] te [Z], vastgesteld op respectievelijk € 300.000 en € 243.000 per 1 januari 2010 (hierna: de waardepeildatum). De beschikkingen gelden voor het kalenderjaar 2011.
1.2. Aan belanghebbende zijn voor het jaar 2011, wegens het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woningen, aanslagen in de onroerendezaakbelasting van de gemeente Den Haag naar heffingsmaatstaven van respectievelijk € 300.000 en € 243.000 opgelegd.
1.3. Het biljet waaruit van de beschikkingen en de aanslagen blijkt, is gedagtekend 28 februari 2011.
1.4. Belanghebbende heeft tegen de beschikkingen en de aanslagen bezwaar gemaakt. Bij in één geschrift, gedagtekend 26 september 2011, vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de beschikkingen en de aanslagen afgewezen.
1.5. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. In verband hiermee is een griffierecht geheven van € 41. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard voor zover het beroep de kwijtschelding en verrekening van de op de aanslagen verschuldigde belasting betreft en het beroep voor het overige ongegrond verklaard.