Home

Gerechtshof Den Haag, 27-05-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4080, BK-12/00602

Gerechtshof Den Haag, 27-05-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4080, BK-12/00602

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
27 mei 2013
Datum publicatie
8 januari 2014
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:4080
Zaaknummer
BK-12/00602

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Vergoeding van in de bezwaarfase gemaakte kosten ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-12/00602

Uitspraak d.d. 27 mei 2013

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hellevoetsluis, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van 19 juni 2012, nummer AWB 11/1413, betreffende na te vermelden beschikking en aanslag.

Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Bij beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) is de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat 1] te [Z] (hierna: de woning), vastgesteld op € 335.000 per 1 januari 2010 (hierna: de waardepeildatum). Deze beschikking geldt voor het kalenderjaar 2011.

1.2. Aan belanghebbende is voor het jaar 2011, wegens het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woning, een aanslag opgelegd in de onroerendezaakbelasting van de gemeente Hellevoetsluis naar een heffingsmaatstaf van € 335.000.

1.3. Het aanslagbiljet waaruit van de vorenvermelde beschikking en aanslag blijkt, is gedagtekend 28 februari 2011.

1.4. Bij twee in één geschrift, gedagtekend 7 oktober 2011, vervatte uitspraken heeft de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard en de waarde van de woning verlaagd naar € 297.000. De aanslag onroerendezaakbelasting is dienovereenkomstig verminderd. Voorts heeft de Inspecteur een kostenvergoeding toegekend van € 139,90.

1.5. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. In verband hiermee is een griffierecht geheven van € 41. De rechtbank heeft:

- het beroep gegrond verklaard,

- het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat deze uitspraak treedt in de plaats van het vernietigde besluit,

- de beschikking van 28 februari 2011 vernietigd in dier voege dat de daarin voor de woning vastgestelde waarde wordt verminderd tot € 274.000.

- de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een waarde van € 274.000,

- bepaald dat de Inspecteur de proceskosten van belanghebbende in de bezwaarfase dient te vergoeden ten bedrag van € 248,90, verminderd met het reeds door de Inspecteur toegekende bedrag van € 139,90,

- de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep heeft moeten maken, deze begroot op € 874 ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en € 238 ter zake van taxatiewerkzaamheden, te betalen aan belanghebbende,

- bepaald dat de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing