Gerechtshof Den Haag, 11-01-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4086, BK-12/00271
Gerechtshof Den Haag, 11-01-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4086, BK-12/00271
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 11 januari 2013
- Datum publicatie
- 15 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:4086
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BV6070, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-12/00271
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Belanghebbende exploiteert een raamprostitutiebedrijf. In geschil is (1) of sprake is van willekeur, doordat - zoals belanghebbende stelt - de inspecteur ondernemers in de hotelbranche met gelijke prestaties als die van belanghebbende voor de toepassing van het algemene tarief van omzetbelasting buiten schot laat, (2) of de diensten door belanghebbende buiten de heffing van (Nederlandse) omzetbelasting blijven, voor zover de prostituees niet hier te lande wonen of zijn gevestigd, en (3) of de tekst van art. 11, eerste lid, aanhef en onderdeel b, laatste volzin, Wet OB 1968 dwingt tot het aanmerken van de prestaties van belanghebbende als verhuur van onroerend goed.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
nummer BK-12/00271
meervoudige kamer
Uitspraak van 11 januari 2013
in het geding tussen:
fiscale eenheid [X] B.V. en [Y] Holding B.V. te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Haaglanden (kantoor [P]), de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 februari 2012, nummer AWB 11/5591, LJN BV6070, betreffende de hierna vermelde naheffingsaanslag.
Naheffingsaanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is over het tijdvak van 1 juli 2010 tot en met 30 september 2010 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag gehandhaafd.
1.3. Tegen de uitspraak van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 302 is geheven.
1.4. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Geding in hoger beroep
2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 466 is geheven.
2.2. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 30 november 2012, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen.