Gerechtshof Den Haag, 11-01-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4092, BK-11/00748 en BK-11/00749
Gerechtshof Den Haag, 11-01-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4092, BK-11/00748 en BK-11/00749
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 11 januari 2013
- Datum publicatie
- 15 november 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:4092
- Zaaknummer
- BK-11/00748 en BK-11/00749
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Belanghebbende exploiteert een raamprostitutiebedrijf. In geschil is (1) of sprake is van willekeur, doordat - zoals belanghebbende stelt - de Inspecteur ondernemers in de hotelbranche met gelijke prestaties als die van belanghebbende voor de toepassing van het algemene tarief van omzetbelasting buiten schot laat, (2) of de diensten door belanghebbende buiten de heffing van (Nederlandse) omzetbelasting blijven, voor zover de prostituees niet hier te lande wonen of zijn gevestigd, en (3) of de tekst van art. 11, eerste lid, aanhef en onderdeel b, laatste volzin, Wet OB 1968 dwingt tot het aanmerken van de prestaties van belanghebbende als verhuur van onroerend goed.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
nummers BK-11/00748 en BK-11/00749
meervoudige kamer
Uitspraak van 11 januari 2013
in het geding tussen:
fiscale eenheid [X] B.V. en [Y] Holding B.V. te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Haaglanden (kantoor [P]), de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 september 2011, nummers AWB 11/638 en AWB 11/639, betreffende de hierna vermelde naheffingsaanslagen.
Naheffingsaanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende zijn over het tijdvak van 1 januari 2010 tot en met 31 maart 2010 en het tijdvak van 1 april 2010 tot en met 30 juni 2010 naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd.
1.2. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslagen gehandhaafd.
1.3. Tegen de uitspraken van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 298 is geheven.
1.4. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Geding in hoger beroep
2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 454 is geheven.
2.2. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 30 november 2012, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen.