Gerechtshof Den Haag, 17-07-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:5078, BK-12/00702
Gerechtshof Den Haag, 17-07-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:5078, BK-12/00702
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 juli 2013
- Datum publicatie
- 31 januari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:5078
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BX4327, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:963, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-12/00702
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Verzwegen vermogen op Amerikaanse effectenrekeningen. Redelijke voortvarendheid. Immateriële schadevergoeding. Proceskostenvergoeding.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-12/00702
Uitspraak d.d. 17 juli 2013
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Rijnmond, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 24 juli 2012, nummer AWB 11/949, betreffende de hierna vermelde aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is bij wijze van vaststellingsovereenkomst voor het jaar 2005 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd voor een te betalen bedrag van € 65.680 inclusief heffingsrente.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar van 20 december 2010 heeft de Inspecteur de bezwaren van belanghebbende afgewezen.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld.
De Inspecteur heeft nadien bij een tweede uitspraak op bezwaar van 28 januari 2011, de navorderingsaanslag verminderd met een bedrag van € 1.271 aan ingehouden en nog niet verrekende dividendbelasting. Het bedrag van de navorderingsaanslag is vastgesteld op
€ 64.409, inclusief heffingsrente.
1.4. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de navorderingsaanslag, zoals deze na de ambtshalve vermindering van 28 januari 2011 is vastgesteld, gehandhaafd en bepaald dat haar uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Voorts heeft de rechtbank de Inspecteur veroordeeld de proceskosten ten bedrage van € 437 en het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 aan haar te vergoeden.